Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Sonnet

betekenis & definitie

Een veelgebruikte dichtvorm, is een gedicht bestaande uit twee quatrinen en twee terzinen (2 X 4 en 2 X 3 versregels dus); de eerste heeten gezamenlijk octaaf, de laatste sextet. Ofschoon met den tijd allerlei varianten zijn ontstaan is het gewone rijmschema zóó, dat het octaaf twee verschillende rijmklanken heeft, het sextet twee of drie.

Naar den inhoud staan octaaf en sextet in den regel tot elkaar in de verhouding van praemisse tot conclusie; de stemming wordt weergegeven in het eerste, het beeld dat die stemming uitdrukt in het tweede. Op den overgang van octaaf en sextet ligt dus „de wending” van het sonnet.

Doordat het sonnet afgerond is en harmonisch in zijn geleding, is het een op zichzelf staande poëtische eenheid, die zich, mede door de vele mogelijkheden van rhytmische schakeering, leent tot uiting van lyrische stemming evengoed als van strenge gedachten; (bij voorkeur is het de vorm van minnedicht en natuurpoëzie). De naam sonnet is afkomstig van het Italiaansche woord sono, dat klank beteekent (vandaar de benaming: klankdicht).

Als het oudste sonnet wordt genoemd dat van Petro della Vigne; (eerste helft 13e eeuw); Petrarca (zie aldaar) heeft het tot den edelen dichtvorm gemaakt, die door alle groote dichters is gebruikt: Dante, Milton, Camoëns, Shakespeare, Goethe. Ten onzent komt het ’t eerst voor bij Lucas d’ Heere (✝ 1550), later bij Van der Noot, Hooft, Vondel, Huygens, Bilderdijk en sinds de Beweging van ’80 bij schier eiken dichter.

Bijzondere sonnetvormen zijn: het dubbele sonnet en het Shakespeare-sonnet; een groep van sonnetten over één onderwerp heet sonettenkrans (bij Perk, Kloos, Verwey).

< >