Hekeldicht, spotvers. De naam is afkomstig van het Grieksche satyrspel, een vorm van dramatische poëzie, naast treurspel en comoedie, waarin de satyrs het koor vormden, wier half-dierlijke natuur en uitgelatenheid het spel een bijzonder karakter gaf.
Oorspronkelijk behoorde het satyrspel bij de feesten ter eere van Dionysos (god van den akker- en wijnbouw); later werd het een vroolijk naspel na een ernstiger stuk. Daar het in ’t satyrspel vooral aankwam op mimiek, ontstond bij de spelers een zekere mimische handigheid, die leidde tot het weergeven van komische toestanden of tot bespotting van bepaalde personen.
Zoo ontwikkelde zich langzamerhand het, niet meer uitsluitend-dramatische, spotdicht, dat den naam van satire kreeg. Een bekend voorbeeld van een satire in onze literatuur is Huygens’ Costelick Mal.
