Tot de filosofische scholen in het Brahmanisme, die het probleem van de verlossing der ziel op onderscheidene wijze beantwoorden, behooren vooral zes orthodoxe, d.w.z. die op de Veda berusten. Een der voornaamste is de Vedanta, het einde van de Veda, welker voorschool Mimansa heet en practische voorschriften geeft voor het juiste gebruik van de Veda.
Doch de leeraar Sankara uit de 9e eeuw na Christus van de Vedanta-school verklaarde alle deugd-oefening ongenoegzaam en hield de kennis voor het groote heilsmiddel. Sankara was een consequent Brahmanist.
De deugd kon wel voeren tot hoogere ontwikkelingsvormen, maar niet tot een terugkeer in Brahma. Deze komt slechts door kennis tot stand.
Door zich in identiteit met Brahma te leeren kennen, wordt de ziel vrij van de wereld, die geen wezenlijk bestaan heeft, maar een tusschenschakel is tusschen zijn en niet-zijn. Sankara was dus een voorstander van een pantheïstisch akosmisme en loochende het bestaan der wereld.
Zie P. Deussen, System des Vedanta, 1883.