Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Salome

betekenis & definitie

Die in de Heilige Schrift genoemd wordt, was ééne der vrouwen, die bij het kruis des Heeren stonden (Marc. 15:40), en specerijen en zalven kochten en naar het graf droegen, om Hem te zalven (Marc. 16 : 1; Luc. 23 : 56; 24 : 10). Vergelijking van Marc. 15 : 40 met Matth. 27 : 56 doet zien, dat zij de vrouw van Zebedéus was, en dus de moeder van Jacobus en Johannes (Matth. 4 : 21).

Omdat het niet waarschijnlijk is, dat twee zusters denzelfden naam droegen, zullen we in Joh. 19 : 25 vermoedelijk aan vier vrouwen moeten denken, en niet aan drie. „De zuster Zijner moeder” èn „Maria de vrouw van Klopas” zijn dan niet dezelfde persoon, maar onderscheiden. „De zuster Zijner moeder” is dan Salome (vgl. Matth. 27:56 en Marc. 15 : 40), en deze blijkt dan eene zuster geweest te zijn van Maria, de moeder des Heeren.

Zij was ééne der vrouwen, die den Heere in Galilea gevolgd zijn, en Hem dienden van hare goederen (Marc. 15 : 41; Luc. 8:2—3), en Hem ook van Galilea uit naar Judea en Jeruzalem gevolgd zijn (Luc. 23 : 49, 56). Zij was dus niet onbemiddeld (vgl. ook Marc. 1 : 19—20).

Zij was het, die van den Heere vroeg, of haar zonen mochten zitten, de een aan Zijne rechter-, de ander aan Zijne linkerhand, in Zijn koninkrijk (Matth. 20 : 20 v.v.), hoewel Marcus daarbij geene melding van haar maakt (Marc. 10 : 35 v.v.).Eene andere SALOME, die echter in de Heilige Schrift niet met name genoemd wordt, was de dochter van Herodias, die vóór Herodes en zijn gasten danste, en het hoofd van Johannes den Dooper vroeg en verkreeg (Matth. 14 : 6—11; Marc. 6 : 21—28). Haar vader was Herodes of Filippus, een zoon van Herodes den Groote, en Mariamme, dochter van een hoogepriester. Zij huwde later met Filippus (Luc. 3 : 1), viervorst van Iturea en andere gebieden, en, na diens dood, met Aristobulus, zoon van Herodes van Chalcis en Mariamme, een kleindochter van Herodes den Groote.

Nog een andere SALOME was de zuster van Herodes den Groote, die gehuwd was met haar oom Jozef, dien zij bij Herodes aanklaagde, ten gevolge waarvan deze hem eenigen tijd later ter dood bracht.

< >