Een eiland in de Caraibische Zee, het behoort staatkundig tot Curaçao en is het kleinste van de drie Bovenwindsche eilanden; lengte en breedte zijn ongeveer gelijk en nog geen 4 K.M.; de oppervlakte is niet meer dan 13 K.M2. Het eiland is een vulkaanruïne, die nog het uiterlijk van een vulkaan heeft, vooral omdat de top veelal omringd is door wolken, die den indruk van damp en rook geven.
Vlakten van eenige uitgestrektheid vindt men op het eiland niet; wel eenige kleine stukjes vlak land en minder steile hellingen, zooals de z.g. kraterbodem. De hoofdplaats The Bottom, ligt 250 M. boven zee. „Keurige, rood en wit geschilderde woningen doen aan het speelgoed uit een Neurenbergerdoos denken.
Achter mooie tuinen en een erf vol bloemen, door geverfde hekjes omringd, staan aardige huisjes met popperige voorgalerijtjes en regengoten met waterbakken, langs zindelijke straten, waarlangs slechts weinige boomen worden gevonden” (H. van Kol).De Sabanen zijn vooral bekend als zeevaarders. Sinds lang varen zij als matrozen, stuurlieden en kapiteins op Amerikaansche of wel op eigen schepen; om de 4 jaren één jaar thuisblijvende om bij hun familie te wezen en hun grond te bebouwen. De vrouwen hebben zich toegelegd op kantwerk en hoedenvlechten. De bevolking bedraagt pl.m. 2500 zielen. Hoewel er geen armoede heerscht, kan men niet van welvaart spreken.