1803—1882. Was eerst predikant bij een Unitariërs-gemeente, verbrak echter in 1832 de gemeenschap met haar wegens een verschil betreffende den avondmaalsritus.
Sinds wijdde hij zijn leven aan de beoefening der filosofie, en droeg in talrijke geschriften zijn idealistische en optimistische wereldbeschouwing voor. Hij is vooral bekend geworden door zijn bestrijding van de negerslavernij.