Gedurende de jaren l682— 1713 predikant bij de Waalsche gemeente te Rotterdam, werd den 24sten December 1639 te Mer in Frankrijk geboren. Na eerst in zijn ouderlijk huis en later aan de hoogescholen te Saumur en te Sedan zijn opleiding te hebben genoten, volgde hij in 1663 zijn vader op als predikant in zijn geboorteplaats.
In 1667 werd hij beroepen door de Waalsche gemeente te Rotterdam doch bedankte om finantiëele redenen. Een benoeming tot hoogleeraar aan de Protestantsche Universiteit te Sedan in 1671 werd daarentegen door hem aanvaard, in welk ambt hij tot 9 Juli 1681 (datum van opheffing dier Universiteit) werkzaam bleef.
Inmiddels hadden zijn scherpe polemieken tegen de Roomsche kerk een verder verblijf in Frankrijk voor hem onraadzaam gemaakt, weshalve hij uitweek naar Holland, waar hij zich aanvankelijk te ’s Gravenhage vestigde. Spoedig daarop werd hij echter zoowel te Groningen als te Rotterdam beroepen, en thans nam hij het beroep naar Rotterdam aan.
Den 7den Juni 1682 werd hij er bevestigd, terwijl hij tevens als hoogleeraar aan de Illustre School aldaar verbonden werd.Was Jurieu eerst min of meer de Arminiaansche richting toegedaan, in latere jaren werd hij een streng Calvinist en een heftig bestrijder van zijn tegenstanders. Een boek, door hem in 1686 uitgegeven en getiteld l’Accomplissement des Propheties et la délivrance prochaine de l’église (waarin hij den paus voorstelde als den Anti-Christ en de terugkeer van alle réfugiés naar Frankrijk voorspelde, omdat het geheele Fransche volk eerlang het Protestantisme zou omhelzen) wekte in breeden kring ontstemming. Niet alleen van Roomsche, maar ook van Protestantsche en zelfs van Joodsche zijde werd het boek bestreden. Van Protestantsche kant was het vooral een anoniem geschrift, getiteld Avis important aux Réfugiés sur leur prochain retour en France, waarin de opvattingen van Jurieu aan een scherpe critiek werden onderworpen. Jurieu meende in dit geschrift de hand te herkennen van den Arminiaan Pierre Bayle, vroeger zijn vriend en ambtgenoot te Sedan en thans eveneens zijn ambtgenoot aan de Illustre School te Rotterdam. Ofschoon deze ontkende de schrijver te zijn (hetgeen ook thans vrij algemeen betwijfeld wordt, al kwam dan ook de inhoud van het geschrift wel met Bayle’s denkbeelden overeen) wist Jurieu, wiens invloed groot was, toch te bewerken, dat Bayle in 1693 door de Rotterdamsche vroedschap als hoogleeraar werd afgezet. Behalve met Bayle is Jurieu ook nog in twist geweest met Pierre Papin, die, door hem beschuldigd Sociniaansche denkbeelden te huldigen, in 1688 door de Synode te ’s Gravenhage als predikant werd afgezet; met Philippe le Gendre, met wien echter weer verzoening tot stand gekomen is; met zijn zwager Jacques Basnage, welke twist eveneens weer tot verzoening leidde; met Henry Basnage de Beauval, wien daarop door de Staten de uitgave en verkoop van enkele door hem geschreven werken werd verboden; en met nog anderen.
Reeds op 61-jarigen leeftijd belette Jurieu’s gezondheid hem zijn dienstwerk als predikant naar behooren te vervullen. Hevige jicht, waaraan hij leed, dwong hem telkens weer een gedeelte van zijn arbeid neer te leggen. Den 11 den Januari 1713 is hij te Rotterdam gestorven.