Geboren 1007 in Ravenna, gaf zich circa 1037 over aan overdreven ascese, waardoor hij in een reuk van heiligheid kwam. Met woord en daad bestreed deze wetenschappelijk gevormde man de zedeloosheid van de Italiaansche geestelijkheid.
Hendrik III vond in hem een grooten steun voor zijn hervormingen, welke hij op de Synode van Sutri (1046) doorvoerde. Ook Hildebrand erkende den invloed van Damiani.
In 1058 werd Damiani door paus Stefanus X aan het hoofd van het college van kardinalen geplaatst en door paus Nicolaas II tot gezant van Milaan benoemd. Hierna trok hij zich weder in het kloosterleven terug.
Telkens bleek echter, dat zijn levensideaal: „een pausdom, dat hervormd moest worden” hem geen rust liet. Na de verkiezing van Alexander II stelde hij zich weder dienstbaar voor de belangen van de curie.
Als buitengewoon gezant was hij werkzaam in Monte Casino, Florence en Clugny. In Mainz verdedigde hij het kerkelijk recht tegenover de begeerte naar echtscheiding bij Hendrik IV, en hij bracht den aartsbisschop van Mainz, die aan de zijde des keizers stond, tot bekeering.
Aan het einde zijns levens geraakte hij in moeite met den paus. Hij stierf in 1072.
Hij is de man geweest, die den strijd van Hildebrand voorbereid heeft. Zelf heeft hij dien strijd niet meer beleefd.