Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Origenestische twisten

betekenis & definitie

Door zijn groote geleerdheid en zijn diepen wijsgeerigen zin had Origenes veel invloed in de oude kerk. In het Westen stond hij echter niet in een goeden reuk, omdat velen meenden, dat Origenes teveel onder den invloed van de Helleensche wijsheid gestaan had.

In het Oosten hingen velen hem aan. De Egyptische monniken uit de Nitrische bergen die zeer contemplatief waren, dweepten met hem; maar de scetische monniken hadden een afkeer van Origenes’ beschouwingen, zooals b.v. reeds bij Pachomius uitgekomen was.

Zij waren bevreesd voor het spiritualisme van Origenes en stelden daartegenover een sterk antropomorfisme. De strijd ontbrandde in Palestina.

In Jeruzalem had Origenes warme aanhangers. Johannes, bisschop van Jeruzalem, was een groote vereerder en twee kerkleeraars uit het Westen n.m.

Hieronymus en Rufinus voelden ook veel voor hem. Toen in 395 een paar Westerschen, Aterbus en Vigilantius, hun bevreemding daarover uitspraken, meende Hieronymus zijn orthodox gevoelen te moeten laten blijken.

Hij deed dat in een predicatie over de wederopstanding des vleesches. Daarna bezocht Epifanius, bisschop te Salamis, Jeruzalem.

Johannes stond hem zijn kansel af en van die gelegenheid maakte Epifanius gebruik om heftig te keer te gaan tegen Origenes.

Johannes predikte nu tegen het antropomorfisme, dat vele monniken voorstonden.

Epifanius sprak over die richting het anathema uit, maar verlangde van Johannes, dat deze hetzelfde zou doen tegen het Origenisme. Hieronymus, die voor zijn naam in het Westen bevreesd begon te worden, koos de zijde van Epifanius en wendde zich van Johannes en Rufinus af.

Nu begon een bittere strijd. Theofilus, bisschop van Alexandrië, wilde aan dien strijd een einde maken.

Hij zond den presbyter Isodorus naar Jeruzalem en deze wist een verzoening te bewerken tusschen Hieronymus en Rufinus (396).Nu ontbrandde echter de strijd in Italië. Rufinus was naar het Westen teruggekeerd en vertaalde Origenes’ werk nsgi agzöv in het Latijn. Hij liet in de voorrede uitkomen, dat Hieronymus een aanhanger van Origenes was. Toen Hieronymus dat bemerkte, was hij diep verontwaardigd en hij begon een hartstochtelijke polemiek tegen Justinus (Apologia adversus Rufinum). De bisschop van Rome, Siricius, nam Rufinus in bescherming, maar zijn opvolger Anastasius riep Rufinus, die naar Aquiieja gegaan was, ter-verantwoording. Rufinus verscheen niet, maar zond een apologie, die den paus niet bevredigen kon.

In 399 werd het Origenisme door den paus veroordeeld. Hiermede was de strijd nog niet uit. Theofilus van Alexandrië was een zeer heerschzuchtig man. Hij had tot 399 het altoos gehouden met de aanhangers van Origenes, maar, toen de anti-Origenistische monniken hem te lijf wilden gaan, keerde hij om in zijn opinie en begon de aanhangers van Origenes te verdrukken. Deze vluchtten deels naar Palestina en deels naar Constantinopel. Ze werden welwillend door Chrysostomus ontvangen.

Deze trachtte een verzoening tot stand te brengen met Theofilus, maar deze wees die bemiddeling af. Chrysostomus wilde zich nu terugtrekken, maar de Origenistische monniken wisten keizerin Eudoxia voor zich te winnen. Nu riep keizer Arcadius een synode tezamen, waar Theofilus moest verschijnen, en waar Chrysostomus voorzitter zou zijn. Zoo was dan de strijd nu ook in Constantinopel ontbrand. Theofilus wist het hof tegen Chrysostomus op te zetten, wat niet moeilijk viel, omdat de keizerin hem haatte. Nu kwam Theofilus met een schitterend gevolg naar Constantinopel en belegde te Chalcedon in 403 een synode op het keizerlijk landgoed Drys (eik).

Daar werd Chrysostomus afgezet en de keizer veroordeelde hem tot verbanning. Wel werd hij teruggeroepen, toen een ramp (men zegt een aardbeving) Constantinopel geteisterd had en Theofilus moest vluchten naar Alexandrië, maar korten tijd daarna, toen Chrysostomus de luidruchtige inwijding van een standbeeld voor de keizerin bestrafte, wakkerde de partij van Theofilus het twistvuur weder aan en andermaal werd Chrysostomus verbannen, nu naar Armenië. Het geheele Westen nam het voor Chrysostomus op, maar niets mocht baten. Zijn ballingschap werd verzwaard. Hij werd naar Pityus, aan de Zwarte zee gelegen, gevoerd, maar onderweg stierf hij. (Zie art. Chrysostomus.)

< >