Het nihilisme (van nihil = niets) was een revolutionaire beweging, die in Rusland in de tweede helft der 19e eeuw veel beroering teweegbracht. De nihilisten meenden in hun pessimistische beschouwing van leven en wereld, dat deze niet voor verbetering vatbaar en dus zonder waarde waren.
Vernietiging van de bestaande maatschappelijke en staatkundige orde was hun doel. Herzen en vooral Bakunin vuurden den haat tegen de heerschende toestanden aan, voornamelijk bij de intellectueelen en de hoogere standen.
De aanslag op Czar Alexander II in 1866 gaf aanleiding tot vervolgingen. De Nihilisten ontwikkelden nu nog grooter activiteit, die zich echter, ook blijkens het eerste groote Nihilistenproces in 1874 tegen 193 beschuldigden, hoofdzakelijk beperkte tot propaganda van hun atheïstische, materialistische en revolutionaire denkbeelden.
Vooral onder studenten werden tal van geheime genootschappen gevormd van jonge mannen en vrouwen, die zich ten doel stelden als verbreiders van de nihilistische leer „onder het volk te gaan”. Tegen deze genootschappen van narodniki (van narod, volk) trad de regeering met nietssparende gestrengheid op.
De nihilisten gingen nu over tot meerdere „propaganda van de daad”, tot meer stelselmatige toepassing van middelen van geweld. Na enkele gelukte aanslagen kwam er een meer vaste organisatie.
De Nihilisten hielden congressen en eischten in hun programma van 26 Januari 1880 volksvertegenwoordiging, zelfbestuur, volkomen vrijheid van geweten, van spreken, van schrijven, van vereeniging en vergadering, algemeen kiesrecht en verandering van het staand leger in een volkswapening. Meerdere van deze eischen maken het duidelijk, dat de achterlijkheid van de Russische staatsinrichting mede oorzaak was van het veldwinnen der revolutionaire beweging.Het hoofdcomité der Nihilisten breidde zijn betrekkingen uit over geheel Rusland en liet op eigen geheime drukkerijen vlugschriften en proclamatiën vervaardigen, die onder het volk werden verspreid en getuigden van een doodelijken haat tegen de regeering, ook tegen den Czar.
Onder leiding van Scheljaboff, Sophia Perovskaja, Michailoff e. a. werden tal van aanslagen gepleegd. Ook nadat in 1881 de Czar was vermoord, vermocht de regeering niet de beweging geheel te onderdrukken. Vooral sinds 1900 werd het nihilisme evenwel een gewone revolutionaire beweging, gekeerd tegen het absolutisme van den Czar en de Russische ambtenaren-regeering. Tijdens den Russisch-Japanschen oorlog kwam het op meerdere plaatsen tot een uitbarsting, die in bloed werd gesmoord. Traden in de Russische Revolutie van 1917 eerst de gematigde revolutionairen op den voorgrond, al spoedig moesten deze wijken voor de Bolschewisten, die vooral in de praktijk meer verwantschap vertoonden met de vroegere Nihilisten (zie art.Lenin).
De naam nihilist, die reeds door Augustinus gebruikt werd voor degenen, die niets geloofden, is als typeering van de Russische revolutionaire beweging populair geworden door den Russischen romanschrijver Iwan Turgenjew (1818—1883), die in zijn roman Vader en zoon een zijner helden op de vraag wat zijn vriend eigenlijk is, laat antwoorden: Nihilist.