Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nederlandsche Zendingsschool

betekenis & definitie

De Nederlandsche Zendingsschool te Oegstgeest, opgericht in 1905, is ontstaan uit de behoefte naar eenheid in de opleiding van zendelingen der verschillende zendings-corporaties. Ook finantieel was het voor de zending een te zware last, dat er drie onderscheidene opleidingsscholen bestonden.

Het Nederlandsch Zendelinggenootschap had er een te Rotterdam, de Nederlandsche Zendingsvereeniging eveneens te Rotterdam en de Utrechtsche Zendingsvereeniging te Utrecht. Nadat in 1905 het Nederlandsche Zendelinggenootschap en de Utrechtsche Zendingsvereeniging tot overeenstemming waren gekomen, werd een gemeenschappelijke opleiding tot stand gebracht in het zendingshuis van het Nederlandsch Zendelinggenootschap te Rotterdam.

Daar al spoedig het gebouw te klein was, werd er te Oegstgeest een flinke ruime school met internaat gebouwd, welke in 1917 werd geopend. In 1919 voegde ook de Nederlandsche Zendingsvereeniging zich bij deze opleidingsschool, welke nu uitgaat van deze drie groote zendingscorporaties. leder der drie corporaties benoemt een drietal leden, welke onder een vasten voorzitter het Bestuur der Zendingsschool uitmaken.

Behalve de penningmeester, hebben ook de drie Zendingsdirectoren zitting in dit Bestuur, met adviseerende stem. Het contract is gesloten voor tien jaar, met jaarlijksche opzeggingstermijn.

Voor de finantiën zijn de drie zendings-corporaties verantwoordelijk, terwijl andere zendingsvereenigingen, welke hunne kweekelingen ter opleiding zenden, een vast bedrag betalen. Ook de Regeering geeft een vaste subsidie voor de opleiding der hulppredikers voor de Indische Kerk.Behalve de kweekelingen van eigen Corporatie, worden hier opgeleid de a.s. zendelingen van de Doopsgezinde Zendingsvereeniging, het JavaComitee, Sangir- en Talaud-Comitee, de Luthersche Zending, en de Gereformeerde Zendingsbond, terwijl de Salatiga-Zending, Basel en Barmen, hun kweekelingen zenden voor verder onderricht in taal en in de Indische vakken. Ook de Zending van de Gereformeerde Kerken en de Christelijk-Gereformeerde Kerk maakt zoo noodig gebruik van deze Zendingsschool, welke in den goeden zin van het woord „inter-kerkelijk” is. De directoren van andere zendingscorporaties hebben dan ook het recht hun kweekelingen afzonderlijk theologisch onderricht te geven.

Er wordt een zes-jarige opleiding gegeven, verdeeld in drie termijnen van twee jaar. Het toelatings-examen wordt eens in de twee jaar gehouden.

De eerste termijn is voorbereidend onderwijs en bestaat uit een eenigszins uitgebreid M. U. L. O. Dan volgt een twee-jarige theologische cursus, waar ook reeds met taalstudie voor het zendingsterrein wordt begonnen. Aan het einde van dezen cursus doen de kweekelingen examen bij de Commissie voor de zaken van de Protestantsche Kerken in Oost- en West-lndië, welke hun bij welslagen het diploma van Zendeling-Leeraar uitreikt, onder voorwaarde van voortgezet theologisch onderwijs in den derden termijn.

Deze derde cursus omvat de Indische en de medische vakken. Ook aan deze laatste wordt de noodige zorg besteed en wordt theoretisch en praktisch onderwijs gegeven.

De Rector is belast met de leiding en het toezicht op het onderwijs in zijn vollen omvang. Staan hem in den eersten cursus onderscheidene docenten terzijde, de theologische cursus komt bijna geheel voor zijn rekening. Het onderwijs in den derden cursus wordt voor het grootste gedeelte gegeven door Leidsche professoren, oud-zendelingen en doktoren.

Het internaat der school staat onder de afzonderlijke leiding van een internaats-directeur.

Behalve voor zendelingen en hulppredikers, bestaat er ook gelegenheid van opleiding voor Evangelisten. Deze worden opgenomen voor rekening van de „Vereeniging tot opleiding van Evangelisten”.

Een groote moeilijkheid voor de School is het verkrijgen van geschikte leerlingen voor het toelatings-examen, waardoor belet wordt, dat men het peil van het onderwijs zoo hoog kan opvoeren, als men wel wenschelijk acht.

Deze Zendingsschool heeft echter een goede naam, ook internationaal, daar de verschillende vakken door wetenschappelijk bevoegde mannen worden gegeven. In de laatste jaren hebben, tengevolge van den wereldoorlog, ook vele buitenlandsche zendelingen hier hun opleiding ontvangen. In den cursus van 1926 waren er, behalve buitenlanders, zusters en onderwijzers, eenvieren-twintigtal leerlingen ingeschreven.

Literatuur: twee brochures van Prof. Dr H. M. van Nes, Zendingsbureau Oegstgeest.

< >