Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nederlandsch-Indische Zendingsbond

betekenis & definitie

Nadat in 1880, op voorstel van Ds. J.

A. Schuurman, de eerste Indische Zendingsconferentie gehouden was, in het Seminarie van Depok, werd op de volgende conferentie (1882), vooral op initiatief van Zendeling P.

Jansz (Japara), de Nederlandsch-lndische Zendingsbond van Zendelingen en Zendingsvrienden gesticht.Sedert zijn, gewoonlijk om de twee jaar, de Conferenties van den Zendingsbond gehouden, aanvankelijk te Depok en Batavia, in latere jaren ook op andere plaatsen.

De verslagen, over deze Conferenties uitgegeven, zijn voor de kennis van het Zendingswerk in Nederlandsch-Oost-Indië van veel beteekenis.

Doel van den Nederlandsch-Indischen Zendingsbond is: a. Behartiging van de belangen van den Protestantschen Zendingsarbeid in Nederlandsch-Oost-Indie ; b. Versterking van den band tusschen alle Protestantsche Zendingsarbeiders in Nederlandsch-Oost-Indië; c. Behartiging van de belangen der leden. Leden zijn alle Europeesche Protestantsche Zendingsarbeiders en Zendingsarbeidsters; de contributie bedraagt f 1 per maand; het Bondsblad ontvangen de leden dan gratis.

Nog niet alle Europeesche Zendingsarbeiders en arbeidsters in Nederlandsch-Oost-Indië zijn lid van den Bond, al neemt het getal gaandeweg toe.

In het Hoofdbestuur hebben thans zitting: Dr. H. A. van Andel, Voorzitter, A. J. Bliek, Secretaris, J. Pik, Penningmeester.

De Bond heeft een Lectuur-Commissie en een Jeugd-Commissie en een Bondsblad, n.I. De Opwekker.

Men heeft dezen Bond wel eens de plaats willen geven van een soort Nederlandsch-Indischen Zendingsraad (op de manier van de Nationale Zendingsraden in China en Britsch-lndië) doch wezenlijk is hij dat toch niet. Wel is hij van veel belang te achten voor de eenheid der geheele Zending in den Archipel.

< >