Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nabonédus

betekenis & definitie

Naboe-naïd of Nabonédus, een man van Babylonischen bloede, werd in 556 koning van Babel, nadat zijn voorganger na een regeering van drie maanden door de Babylonische priesterschap was vermoord. Hij is de archeoloog op Babels troon, die zijn levenswerk zocht in het bouwen en restaureeren van tempels.

Daarbij trachtte hij altijd in de fundamenten den hoeksteen te vinden van den eersten bouwer, wat leidde tot nadere bestudeering van Babylonië’s oudste geschiedenis. Zoo leerde men aan zijn hof den datum kennen van de belangrijkste gebeurtenissen der oudheid, wat weer in geschriften werd neergelegd, die in de nieuwe tempels werden ingemetseld.

Zoo werd Nabonédus een beschermer van letteren en historie, aan wien wij veel dank verschuldigd zijn.Maar zijn koningstaak vervulde hij niet of slecht. Zelfs hield hij geen verblijf in Babel, maar in het verder niet bekende Téma. Het staatsbestuur liet hij over aan zijn zoon Belsazar (zie aldaar). Zelfs kwam hij niet in Babel om Mardoek eer te bewijzen. Hij was dan ook ten eenenmale onvoorbereid, toen Cyrus, na in 546 Croesus verslagen en het Lydische rijk vernietigd te hebben, zich tegen Babel begon te richten. Hij liet Belsazar zoo goed en zoo kwaad dat ging zich verdedigen.

En toen de stad in 538 viel, bleef er voor Nabonédus niet anders over dan zich over te geven. Cyrus heeft hem toen maar bij zijn archeologische studiën gelaten in stille vergetelheid.

< >