Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Muis

betekenis & definitie

Muizen (muridae) zijn zoogdieren, die een familie vormen van de orde der knaagdieren (rodentia). Zij zijn over de geheele aarde verspreid, voeden zich meest met planten en hebben 3 0 2 0 3 de tandformule 3'-q-2 o 3~ ook ratten en hamsters worden tot de muizen gerekend.

Bij de Israëlieten behooren ze tot de onreine dieren (Levit. 11 : 29; Jes. 66 : 17). Eenige bekende soorten zijn: huismuis (mus musculus), een mooi, slank, vlug dier met een spitsen snuit en een langen geschubden staart; zwarte rat (mus rattus); waterrat (arvicola amphibius), de grootste Nederlandsche rat; hamster (cricetus vulgaris), in Europa en West-Azië; en de buitengewoon vruchtbare en uiterst schadelijke veldmuis (microtus of arvicola arvalis).

Dit laatste dier wordt hoogst waarschijnlijk bedoeld, waar in den Bijbel van muizen sprake is (1 Sam.6). De veldmuis is iets grooter dan de huismuis, maar heeft korter ooren en een korteren staart; de lengte van haar lichaam bedraagt 11, van haar staart 3 centimeter.

Van boven is zij geelbruin, van onderen vuilwit. Zij leeft in bijna geheel Europa en in het Westen van Azië.

In Engeland en op eenige groote eilanden (Corsica, Sardinië, Sicilië) in de Middellandsche zee komt zij niet voor. Zij woelt in den grond en eet wortels van jonge planten.

Overigens voedt zij zich met alle op het veld groeiende gewassen, zooals koren, peulvruchten, knollen, aardappels. Zij is even behendig in loopen en springen als in graven en zwemmen.

Het wijfje werpt zes keer in ’t jaar van 5 tot 8 jongen. Gelukkig voor den mensch heeft de veldmuis veel vervolgers, zooals wezel, bunsing, buizerd, kerkuil, steenuil, velduil, ooievaar, reiger.

Velen meenen, dat het Hebreeuwsche woord akhbar een groot aantal soorten van muisachtige knaagdieren omvat.

< >