I. Margaretha van Oostenrijk, dochter van keizer Maximiliaan I, geboren 1480.
Ze kwam na den dood van haar moeder Maria, dochter van Karel den Stoute, nauwelijks 12 jaar oud, als verloofde van den dauphin (later Karel VIII) aan het Fransche hof. De dauphin huwde echter met Anna van Bretagne en Margaretha keerde naar haar vaderland terug (1493).
In 1497 huwde zij met den infant van Spanje en, toen deze overleed, huwde zij met Philibert II, hertog van Savoye (1501). In 1507, toen Filips de Schoone overleden was, werd zij benoemd door haar vader tot landvoogdes der Nederlanden.
Zij trachtte de hervorming zooveel mogelijk te keeren. Inl530 overleed zij te Mechelen.
De redevoeringen, door haar uitgesproken voor de Standen, zijn verzameld in de Couronne Margarètique.II. Margaretha van Orléans, koningin van Navarre, geboren 1492 te Angoulême, een zeer hoogstaande vrouw, de raadgeefster van haar broeder Frans I. In 1539 huwde zij met den hertog Karel von Alençon. Mannen als Lefèvre d’ Etaples, bisschop Brêconnet van Meaux e. a. gaven haar geest een mystieken trek. Toen haar gemaal in den slag bij Pavia gesneuveld was en zij huwelijksaanzoeken van Karel V en Hendrik VIII afgeslagen had, huwde zij in 1527 met Hendrik van Navarre. Zij begon met diens toestemming de kerk in haar kleine land te reformeeren.
Daar zij de godsdienstvormen van de Roomsche kerk indifferent achtte en alleen maar reformatie van de leer beoogde, kon zij haar doel niet ten volle bereiken. De Duitsche reformatoren hielden haar voor den mächtigsten steun van de reformatie in Frankrijk. Capito droeg aan haar zijn uitlegging van Hosea op, Melanchton hield briefwisseling met haar. Onder haar bescherming bloeide de universiteit te Bourges, waar Calvijn en Beza studeerden. In 1531 schreef zij : miroir de l'âme pécheresse. Toen zij in 1533 met haar hofprediker Roussel in Parijs vertoefde, trad de Sorbonne vijandig tegen haar op en werd haar boek op den index geplaatst.
Haar broeder Frans I kwam daar wel tegen op, maar hij werd gaandeweg meer onverdraagzaam jegens de hervormden en Margaretha had geen invloed meer op hem, wanneer het godsdienstige zaken gold. Margaretha verleende intusschen aan vluchtende hervormden in haar land een toevlucht. Toen schreef Calvijn zijn tractaat „tegen de fantastische en woedende secte der Libertijnen”. Daardoor had hij bijna de gunst van Margaretha moeten derven. Margaretha schreef nog over den strijd tusschen vleesch en geest, voorts een dialoog in den vorm van een nachtgezicht. Zij gaf ook enkele geestelijke gedichten uit (1547) onder den titel Marguérites de la Marguérite des princesses.
Zij schreef ook novellen. In 1549 stierf zij in het slot Odo. De doorvoering van de reformatie liet zij over aan haar dochter Johanna (Jeanne d’ Albret).
III. Margaretha van Parma, een onwettige dochter van Karel V en Janneke van der Gheenst of Gheynst, kamerjuffer van de gravin van Hoogstraaten. Zij werd geboren te Oudenaarde in 1522 en opgevoed te Brussel door mevrouw van Savoye en later door koningin Maria van Hongarije, landvoogdes der Nederlanden. Haar godsdienstige leiding ontving ze van Loyola, die ook haar biechtvader was. Reeds op jeugdigen leeftijd werd zij verloofd aan een prins van Ferrara, maar van een huwelijk kwam niets. Nu werd haar hand toegezegd aan Allessandro de Medici, hertog van Penna.
In 1536 huwde zij met dezen. Allessandro, tot hertog van Florence verheven, overleed spoedig daarna en nu huwde zij met den twaalfjarigen Ottavio Farnese, hertog van Parma. In 1559 werd zij door Filips II benoemd tot landvoogdes der Nederlanden. Een Raad van state werd haar toegevoegd, waarvan Viglius van Aytta voorzitter was, terwijl de prins van Oranje, de graven van Egmond en Hoorne, van Barlaymont en kardinaal Granvelle leden waren. Laatstgenoemde kreeg spoedig alle gezag in handen. Daarover ontstond zooveel misnoegen, dat Filips Granvelle eindelijk ontsloeg. Nu vermeerderde het aanzien van de andere leden van den Raad, maar de landvoogdes hield nog altoos geheime briefwisseling met Granvelle.
Margaretha werd geroemd als weldadig en verstandig. Zij zocht echter in moeilijke omstandigheden „zich te schikken door ontwijkende antwoorden, door schijnbare toegeeflijkheid en door het zaaien van verdeeldheid.” De nieuwe leer werd door haar tegengewerkt, de vrijheid van godsdienst opgeheven en ieder belijder van die leer vervolgd. Vele ketters werden terechtgesteld. Zij was echter zeer misnoegd over de daden van Alva, vooral over de gevangenneming van Egmond en Hoorne. Zij vroeg daarom haar ontslag en keerde in 1567 naar Italië terug. Daar stierf zij in 1586 te Ortona, in het koninkrijk Napels.
In 1580 had zij nog een bezoek gebracht aan de Nederlanden, waar Parma, haar eenige zoon, stadhouder geworden was. Ze bleef er 3 jaar tot 1583.
IV. Margaretha van Navarre, dochter van Hendrik II en Catharina de Medici, geboren 1553, opgevoed aan het hof van haar broeders Frans II en Karel IX. Zij onderscheidde zich door schoonheid. In 1572 trad zij in het huwelijk met Hendrik van Navarre (den lateren Hendrik IV). Haar huwelijksfeest draagt nog altoos den schandnaam van Bloedbruiloft (24 Augustus 1572). Zij kreeg met haar echtgenoot verschil over de uitoefening van den godsdienst en keerde naar Parijs terug, waar zij een losbandig leven leidde.
In 1599 scheidde zij van Hendrik IV. Zij vestigde zich te Parijs in 1605 en overleed daar als laatste telg uit het huis van Valois in 1615.