I. De zoon van Manasse, Gen. 50 : 23, de eeniggeborene (Num. 26: 27) ot eerstgeborene (Jes. 17 : 1; 1 Kron. 7 : 14), waarom de stam van Manasse meermalen voorkomt onder den naam Machir (Jes. 13 : 31).
De Machirieten zetten zich nog in Mozes’ tijd in Gilead neder, (Num 32 : 39), waarom Gilead ook als zoon van Machir aangeduid wordt (Num. 26 : 29; 27 : 1). Ook aan deze zijde van de Jordaan woonden Machirieten (Richt. 5 : 14).II. Een man uit den stam Manasse, die tijdens Absaloms opstand David trouw bleef.