Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Louis Bourdaloue

betekenis & definitie

Geboren 20 Augustus 1632 in Bourges. Op 15-jarigen leeftijd kwam hij in de orde der Jezuïeten.

In die orde arbeidde hij eerst als professor in de theologische moraal en sinds 1669 was hij prediker te Parijs en Versailles. In 1685 werd hij door Lodewijk XIV naar Montpellier gezonden, om daar tot bekeering van de Protestanten mede te arbeiden.

Hij was een bescheiden, dienstvaardig en verstandig man, die bij alle partijen zoowel Roomsche als Protestantsche gezien was. Korten tijd voor zijn dood had hij aan den generaal van zijn orde verzocht, of hij na 52-jarigen dienst zich in de stilte terug mocht trekken, maar zijn verzoek werd niet ingewilligd.

Hij arbeidde nu, gehoorzaam als altoos, voort, predikte, nam de biecht af, troostte en stierf in 1704.Tot op den tijd van Bourdaloue was de prediking in Frankrijk deels banaal, deels opgesmukt geweest. Met Bossuet kwam er verandering, maar deze was als een lichtende en voorbijgaande meteoor. Bourdaloue luidde een nieuw tijdperk van de prediking in. Hij legde in de prediking een diepen toon en zorgde voor een degelijken inhoud. Gedurende de 34 jaren, dat hij predikte, was hij de gevierde kanselredenaar, geliefd niet alleen aan het hof van Lodewijk XIV, maar evenzeer bij het volk. Hij was een geweldig zedenprediker.

Door zijn bijzondere kennis van de Heilige Schrift en de kerkvaders, wier uitnemendste uitspraken hij dikwerf citeerde en door diepe kennis van het menschelijke hart met al zijn strijd, heeft hij grooten invloed uitgeoefend. Hoewel hij een goed-onderlegd dogmaticus was en de Roomsch-Catholieke leer met grooten ijver leerde en verdedigde, hield hij er van om toch meer de zedelijke dan de dogmatische zijde van een tekst op den voorgrond te stellen. Hij was een meester in de dialectiek. Soms geeft hij echter lange bewijsvoeringen ten beste, terwijl hij met een enkel beroep op het geweten had kunnen volstaan. Zijn stijl is eenvoudig, duidelijk, zonder beeldenrijkdom, didactisch maar niet plastisch. Hij tracht altoos zijn hoorders te overtuigen.

Jammer is het, dat ook hij, de strenge zedenleeraar, zoo dikwerf Lodewijk XIV gevleid heeft in zijn preeken en dan nog wel bijzonderlijk om diens fanatiek optreden tegen de Protestanten. Om een vergelijking te maken met zijn beroemde tijdgenooten Bossuet en Massillon heeft men, en niet ten onrechte gezegd : Bossuet neemt de vesting met een stormloop, Bourdaloue door een regelmatige belegering en Massillon door den bijstand van vreemde hulp, die hij in het kamp van den vijand tracht te verkrijgen.

< >