Hieronder worden verstaan de Formulieren van den heiligen doop, het heilige avondmaal, het huwelijk, de bevestiging van dienaren des Woords, de bevestiging van ouderlingen en diakenen, de afsnijding van de gemeente, en der wederopneming der afgesnedenen in de gemeente.
De Formulieren van den kinderdoop, het heilige avondmaal en het huwelijk verschenen voor ’t eerst in 1566, achter de Psalmberijming van Petrus Dathenus, die ze nagenoeg geheel had ontleend aan de Kerkorde van de Paltz. De Synode van Dordrecht, 1574, vond het doopsformulier van Datheen te lang en heeft het verkort. Het Formulier van den doop der volwassenen in zijn tegenwoordigen vorm werd vastgesteld door de Synode van Dordrecht, 1619, die daaraan ten grondslag legde het Formulier van de Synode van Veere, 1610, (waaraan met eenige wijziging de uiteenzetting der beteekenis van den doop der volwassenen werd ontleend), en het Formulier van de Synode van Brielle, 1603 (waaruit, eveneens met wijziging, de vragen werden overgenomen). De Bevestigingsformulieren danken we aan de Synode van ’s Gravenhage, 1586, evenals die van de afsnijding en de wederopneming.
Het onveranderd gebruik dezer liturgische Formulieren is in de Gereformeerde kerken verplichtend gesteld. Alleen de meerdere kerkelijke vergaderingen zijn bevoegd, de liturgie te wijzigen, en zoolang dit niet is geschied, heeft geen dienaar het recht, er gedeelten uit weg te laten of er veranderingen in aan te brengen. Anders wordt de deur opengezet voor allerlei willekeur, gelijk in het Hervormd kerkgenootschap, dat het gebruik der Formulieren overlaat aan het eigen oordeel van den liturg (predikant), „die daarbij te rade gaat met de godsdienstige behoeften zijner gemeente” (Art. 22 van het Reglement voor de kerkeraden).