1482—1542, zoon van een priester, geboren te Rappoldsweiler, studeerde te Schlettstadt onder Crato, en te Bazel onder Wyttenbach, waar hij Ulrich Zwingli leerde ken,, en; bekleedde het diaconaat te Bazel 1505—12, en was predikant te St. Pilt in den Elzas.
Vriend van Zwingli, verving hij hem te Einsiedeln 1518, toen deze naar Zúrich beroepen was, en maakte hier kennis met de geschriften van Luther. In 1523 werd hij leeraar aan de St.
Peter te Zürich. Hij stond Zwingli trouw ter zijde in zijn hervormingsarbeid, in het Züricher godsdienstgesprek, October 1523, en daarna in den strijd tegen de Wederdoopers.
Hij was voor Zwingli, wat Melanchton was voor Luther. De geschriften van Zwingli en van Luther werden door hem in het Duitsch vertaald.
Hij ondernam ook een Latijnsche bijbelvertaling, de z.g. Froschauerbibel 1524—29, die door zijn vriend Bibliander voltooid werd.
Bekend is ook zijn Catechismus, dien hij in 1534 naar den wensch van de synode van 1533 in’t Duitsch en’t Latijn uitgaf.De persoonlijkheid van Leo kenmerkte zich door een teer en zacht karakter, waardoor hij beter spreken kon van de liefde dan een strafprediking houden.
Na den slag bij Kappel, waar Zwingli sneuvelde, hield Leo 1532 echter een preek, waarin hij de overheid afval van het Evangelie verweet, wegens den valschen vrede met de pauselijk gezinden.