Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Klaagvrouwen

betekenis & definitie

Zij worden slechts éénmaal genoemd (Jer. 9 : 17). Toch zullen er ook wel vrouwen zijn geweest onder degenen die zeer weenden en huilden in het huis van Jaïrus (Marc. 5 : 38) en onder de Joden die met Maria en Martha weenden om den dood van Lazarus (Joh. 11 : 33).

Ook onder Israël schijnt de gewoonte te hebben bestaan klaagvrouwen te huren om den doode te beweenen. Deze gewoonte heeft zich in Egypte tot op heden weten te handhaven niettegenstaande het verbod van Mohammed.

Jeremia teekent het dreigend onheil dat over Juda komen zal uit het Noorden in dezer voege, dat klaagvrouwen worden uitgenoodigd om bij den dood van Juda een klaaglied aan te heffen. De Heere zal dan dat klaaglied op haar lippen leggen.

Zulke klaagvrouwen waren — en zijn nog in het Oosten — vrouwen die al datgene verrichtten wat er in een sterfhuis was te doen. Daartoe behoorde dan vooral een gepast klaaglied te zingen.

Zulke klaagliederen werden in een vasten vorm van geslacht op geslacht in bepaalde families overgeleverd. De klaagvrouwen wisten echter dergelijke klaagzangen te wijzigen om ze toepasselijk te maken voor de gegevene gevallen.

Ja zij bezaten ook wel de gave om voor de vuist weg nieuwe klaagliederen te zingen. Kwam iemand binnen tot rouwbeklag, dan hieven zij haar klaagzang weer aan, en was de nieuw aangekomene haar niet onbekend dan vlochten zij in haar zang toespelingen in van toepassing op de droeve omstandigheden van den bezoeker om hem te roeren opdat ook hij zijn stemme des geweens paarde aan de hare.

Daarom worden ze in den eenigen tekst waarin zij worden genoemd, naar Hebreeuwschen dichttrant nog eens vermeld, maar dan onder den anderen naam, dien zij eveneens kunnen dragen „wijze vrouwen”.

< >