Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Julianus de Afvallige

betekenis & definitie

Flavius Claudius Julianus, met den bijnaam Apostata (d. i. de afvallige), Romeinsch keizer, geboren te Constantinopel 331. Met zijn broeder Gallus was hij alleen overgebleven uit zijn familie, welke bij een oproer vermoord werd.

Men gaf van dezen moord Constantius wel de schuld, maar Julianus heeft dat zelf nooit gedaan. Hij werd streng opgevoed.

Zes jaar was hij in een keizerlijk slot te Cappadocië aan de buitenwereld onttrokken. Zijn leermeester was Eusebius van Nicomedië.

Hij las den Bijbel en schreef Christelijke boeken af.In 351 ontving hij verlof om naar Constantinopel te gaan. Hij maakte kennis met de geschriften van Libanius.

Door verschillende wijsgeeren werd hij in Pergamus en Efeze in de levensbeschouwing der ouden ingeleid. Hoewel Christelijk opgevoed, gevoelde hij spoedig meer neiging tot het oude Heidendom.

Reeds in 351 ging hij in stilte tot het Heidendom over en te Athene liet hij zich in de mysteriën inwijden. Kort daarop werd hem door Constantius het opperbevel over het leger opgedragen.

Hij muntte, hoewel niet voor den krijgsdienst opgeleid, uit door moed en beleid en verwierf zich daardoor de liefde zijner soldaten.

Constantius, dat bemerkende, riep de beste legioenen terug, maar deze weigerden terug te keeren en riepen Julianus tot keizer uit.

Constantius weigerde Julianus als zoodanig te erkennen. Julianus trok nu tegen Constantius op, maar deze stierf plotseling in Tarsen.

Nu deed de nieuwe keizer zijn intocht in Constantinopel (361). Thans kon Julianus zijn ideaal in vervulling doen gaan.

De oude voorvaderlijke godsdienst moest worden hersteld, maar verjongd door het Neo-Platonisme, waarvan hij een bewonderaar was. Julianus wilde een rijkskerk maar op heidenschen grondslag met priesterlijke hiërarchie en met den keizer als hoogepriester.

Tegenover het Christendom gebruikte hij geen geweld, maar list. Hij begunstigde, om de Catholieke kerk afbreuk te doen, de secten.

Het onderwijs mocht niet langer aan Christenen worden toevertrouwd. Alle Christelijke leeraars werden van de scholen gebannen.

Staatsambten werden alleen aan Heidenen gegeven. De kerk mocht geen erflatingen aanvaarden.Wat hij in het Christendom als goed had leeren kennen, trachtte hij in het Heidendom over te planten. Vooral de strenge zedelijkheid in het Christendom trok hem aan en deze stelde hij aan zijn priesters tot een voorbeeld. In een veldslag tegen de Perzen sneuvelde hij op 32jarigen leeftijd (363). Volgens de traditie stierf hij door den speer van een Christen en stervende moet hij geroepen hebben : Tu tandem Nazarene vicisti, d. i. gij hebt, o Nazarener, toch overwonnen.

De reactie onder Julianus was vruchteloos geweest. Zij ging als een wolk voorbij. Zoo had Athanasius het voorspeld. Julianus was in de oogen der Christenen een tweede Achab of Jerobeam. Hij was een goed regeerder, maar hij beging de groote fout om een uitgeleefde werelden levensbeschouwing te willen herstellen. Een zoo machtige stichting als de Catholieke kerk kon door een avontuurlijken keizer niet worden vernietigd.

A. Neander, Julian, 1812; Mücke, Julian, 1867—69; Rode, Geschichte der Reaktion des Kaisers Julian, 1877.

< >