I. Flavius Claudius Jovinianus, Romeinsch keizer 363 tot 364, opvolger van Julianus.
Hij was een Christen, die beschermend voor de kerk optrad. Hij greep terug naar den toestand, zooals die vóór Julianus bestond.
De door Julianus verbannen Athanasius riep hij terug. Athanasius was daarover ten hoogste verblijd en kondigde reeds (wel wat te vroeg) de victorie der orthodoxie aan.
Onder Jovinianus werd Acacius genoodzaakt op de Synode te Antiochië (363) met Meletius te verzoenen en het Homoousios te belijden. Hij regeerde slechts 8 maanden.
Op 33-jarigen leeftijd overleed hij plotseling.II. Jovinianus, een monnik, van wiens uitwendige levensomstandigheden weinig bekend is. Hij trad in 388 in Rome op met zijn boek Commentariola, waarin hij de werkheiligheid bestreed. Men noemt hem daarom, wel wat overdreven, „de uitnemendste protestant van zijn tijd.” Hij ontkende de verdienstelijkheid van den ongehuwden staat. Enkele zijner stellingen waren o. a.: „Die wedergeboren zijn kunnen niet weder afvallen. Tusschen vasten en met dankzegging gaven nuttigen is geen onderscheid.” Hieronymus noemde hem daarom een man, die een uitspattend leven leidde.
Dat oordeel was onjuist. Zelfs Hieronymus’ vrienden veroordeelden dit optreden van den kerkvader. Toch heeft Hieronymus met hartstocht Jovinianus bestreden. Daar hij te vèr gegaan was in zijn geschrift adversus Jovinianum, moest hij op zijn boek terug komen in de brieven ad Pammachium en ad Domnium. Met 8 aanhangers werd Jovinianus door een synode uit Rome verbannen (390). Hij vertrok naar Milaan.
Daar werd hij op initiatief van Ambrosius door een synodaal besluit uit de stad verbannen. Ook Augustinus trad tegen hem op (De haeres 32 en Retractiones II, 22). Er waren ontegenzeggelijk punten van overeenkomst bij Augustinus en Jovinianus in de leer der genade. Jovinianus loochende de onbevlekte ontvangenis van Maria.
Het is moeilijk Jovinianus goed te beoordeelen, omdat wij zijn gevoelens alleen uit de geschriften van zijn tegenstanders kennen. Eén ding is zeker, hij bestreed de werkheiligheid. Zijn grootste tegenstander was Hieronymus, die Jovinianus nog na diens dood van velerlei zonden beschuldigde.