Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Johannes Stinstra

betekenis & definitie

Geboren te Harlingen 1709, een der meest bekende en bekwame doopsgezinde leeraars. In 1735 werd hij beroepen in Harlingen.

Hij bleef daar, hoewel zelfs in hoogen ouderdom nog aanbiedingen van beroepen uit Amsterdam en Haarlem hem bereikten. „Hij was een man, die aan rijke kennis een helder hoofd, een scherpzinnigen geest en een vroom hart paarde” (B. Glasius).

Vooral als prediker was hij geliefd. Hij werd beschuldigd van Socinianisme.

Hem werd door de Friesche Staten het prediken verboden, totdat hij zich gezuiverd zou hebben. In 1757 werd hij in zijn bediening hersteld.

Velen wilden hem nu hooren prediken, vooral ook van de adellijke geslachten. Hij overleed in hoogen ouderdom (1793).

Hij schreef Vijf predicatiën over de natuur en gesteldheid van Christus’ koninklijke onderdanen, kerk en godsdienst (1741). Oude voorspellingen aangaande den Messias, toegepast op den Heere Jezus (1750).

Waarschuwing tegen geestdrijverij (1750) vertaald in het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch. C.

Sepp, Johannes Stinstra en zijn tijd (1865-1866).

< >