Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Johannes Hendrikus Donner

betekenis & definitie

werd te Arnhem geboren 18 October 1824. Hij studeerde onder leiding van Ds A.

Brummelkamp, die destijds in Arnhem stond en daar aan verscheiden jongelingen een theologische opleiding gaf. In 1848 werd hij door de Provinciale Synode te Deventer toegelaten tot den dienst des Woords.

Tien dagen later werd hij door Ds Brummelkamp te Ommeren in Gelderland bevestigd in de bediening. Hij bediende van die gemeente uit ook de gemeente van Veenendaal, n.m. eens in de vier weken en gaf daar catechetisch onderricht.

Eerst predikte Donner in Ommeren in een schuur, maar in 1849 werd er een kleine kerk gebouwd. Hij hield ook bijbellezingen in den kleinen kring der Afgescheidenen in Tiel.

In 1851 nam hij een roeping aan naar Leiden. Daar is het glanspunt van zijn arbeid geweest.

Donner was daar algemeen gezien en geacht. Als prediker muntte hij boven velen der toenmaals Afgescheiden predikanten uit.

Hij was een goed exegeet; daarbij een man, die door ervaring een groote mate van menschenkennis bezat en dat in zijn prediking liet blijken.

Zijn prediking was altoos echt psychologisch.

Hoewel zijn voordracht niet voortreffelijk was, maakte deinhoud zijner degelijke en uitnemend gestyleerde predicatiën vaak diepen indruk op zijn hoorders. De Afgescheiden gemeente te Leiden is door hem gevormd en werd ook door hem gesticht in ieder opzicht.

De Synode der Christelijke Gereformeerde kerk te Utrecht (1877) benoemde hem tot Director der Gereformeerde zending. Donner had ongetwijfeld groot talent om te onderwijzen.

Hij was niet alleen een uitnemend catecheet (getuigen zijn talrijke catechisatieboekjes) maar hij was ook bekwaam om tot hooger studie de aan hem toevertrouwde leerlingen op te leiden.In 1880 werd hij gekozen tot lid der Tweede Kamer der Staten Generaal voor het district Leiden. Na de Kamerontbinding in 1886 werd hij door een Roomsch-Catholiek vervangen, maar in 1887 vaardigde Leiden hem opnieuw af. In 1888, nadat de nieuwe grondwet uitgevoerd werd, nam hij zitting voor het district Katwijk en hij bleef zijn zetel behouden tot 1901, toen hij voor een nieuw mandaat bedankte.

De verdiensten van Donner hebben echter niet gelegen op politiek gebied. Hij heeft zijn sporen nagelaten als uitnemend Schriftverklaarder, als aangrijpend prediker, als teedere zielverzorger. In zijn tijd was hij een ster onder de predikanten der Christelijke Gereformeerde kerk, want Donner studeerde en zocht met de gaven, hem door God verleend, te woekeren.

Van zijn hand verschenen een populaire verklaring van de Psalmen (2 deelen), van den brief aan de Filippenzen, en de twee brieven van Petrus.

< >