Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jeanne d’Albret

betekenis & definitie

Dochter van Hendrik, koning van Navarre en Margaretha, zuster van koning Frans I van Frankrijk, geboren 7 Januari 1528 te Pau, gestorven 9 Juni 1572 te Parijs. Door den dood van haar eenigen broeder Johan werd zij erfgename van den troon.

Nu begon het werven om haar hand. Zij zou immers het door zijn ligging gewichtige koninkrijk NavarreBearn erven.

Haar moeder zorgde voor een uitstekende opvoeding. Ook uit wetenschappelijk oogpunt stond zij hoog.

Het meest gevoelde Jeanne zich aangetrokken tot staatkunde en regeeringszaken. Tegen haar wil trad zij 14 Juni 1541 in het huwelijk met hertog Willem van Kleef, welk huwelijk in 1545 door den paus op verzoek van Frans I ontbonden werd verklaard.

Op 20 October 1548 huwde zij wederom met hertog Anton van Bourbon-Vendöme. Op 13 December 1553 werd haar een zoon geboren, de latere Hendrik IV.

Jeanne had de regeering in handen. Haar zwakke gemaal liet alles aan haar over.

Zij gevoelde veel voor de reformatie van Calvijn.

Haar moeder was reeds bevriend geweest met den Geneefschen reformator.

Op 25 December 1560 werd Jeanne evangelisch en gebruikte zij het avondmaal naar Gereformeerden ritus. Tijdens den Hugenotenkrijg bleef zij vast in haar geloof.

Zij werd de „Debora der Hugenoten” genoemd. Veel invloed had zij op het religiegesprek te Poissy (1561) en later te St.

Germain. Zij voedde haar zoon op in het Gereformeerde geloof.

Haar gemaal was zeer tegen de reformatie. Hij stelde zich aan de zijde der vijanden van de reformatie.

In 1562 stierf hij in den krijg. Jeanne voerde nu de reformatie met alle kracht in haar land door.

Er vonden zelfs beeldenstormen plaats.

De inkomsten der kloosters gebruikte zij voor kerkelijke doeleinden, scholen en hospitalen.

Zij liet ook een vertaling van het Nieuwe Testament opstellen. Paus Paulus IV, de ijverige voorstander der Inquisitie, riep haar voor haar tribunaal.

Maar daartegen verzette zich Karel IX. Zij ontkwam gelukkig aan alle aanslagen op haar leven, gedurende den tweeden religiekrijg gepleegd (1567—1568).

Zij was echter in haar eigen land niet meer veilig en vluchtte daarom naar La Rochelle. Na Conde’s dood werd zij de eigenlijke aanvoerster der Hugenoten.

Sinds 1569 was zij bezig met de onderhandelingen over een huwelijk tusschen Hendrik en Margaretha van Frankrijk. Zij ging naar Parijs om daar de voorbereiding van de bruiloft te leiden.

Op 3 Juni 1572 vierde zij nog temidden van een groote gemeente het heilig avondmaal. Op den volgenden dag werd zij ziek en op 9 Juni stierf zij.

Men sprak van vergiftiging door een paar handschoenen; maar haar lijk werd geopend en men vond een zweer aan de longen, hetwelk waarschijnlijk de oorzaak van haar dood was geweest.

< >