Een geestverwant en leerling van Melchior Hoffman, in 1530 uit Emden verdreven, heeft veel gedaan voor de uitbreiding van het Anabaptisme bepaaldelijk in Noord-Holland, waar hij bij de zoogenaamde bondgenooten, „die van den bonde zijn”, in hoog aanzien stond. In 1531 werd hij gevangen genomen en op 5 December 1531 met acht anderen te ’s-Gravenhage „mitten zwaerde” onthoofd.
Zijn hoofd werd naar Haarlem gebracht om ze „buyten Amsterdamme omtrent die galge te stellen.”