in algemeenen zin is de vrijdom, welke de Roomsch-Catholieke kerk verlangt voor geestelijken en voor haar bezittingen van openbare verplichtingen (dienstplicht, belastingplicht, plicht om voogdijschap te aanvaarden enz.), in engeren zin de vrijdom van belasting voor de geestelijken in kerkelijke goederen. De talrijke immuniteiten, die hoofdzakelijk uit de Middeleeuwen afkomstig waren, gelden tegenwoordig niet meer.
De verhoudingen tusschen staat en kerk zijn zeer gewijzigd. Enkele immuniteiten bestaan nog, bijv. vrijdom van belasting of althans vermindering voor kerkegoederen en ambtswoningen, voornamelijk personeele belasting en grondbelasting.