Geboren 607, leerling van Isidorus van Sevilla. Hij was monnik en abt van het beroemde klooster Agli.
Door koning Receswinth werd hij aartsbisschop van Toledo (657—667). Hij was een geleerd en vroom compilator uit de Spaansch-Gothische kerk van de 7e eeuw.
Hij was zeer streng in het uitoefenen van de kloostertucht. Jegens de kerk in zijn vaderland maakte hij zich verdienstelijk door zijn rechtzinnigheid.
Hij droeg een bijzondere vereering aan de heilige jonkvrouw en aan hare ontvangenis toe. Vandaar zijn boek: Libellus de virginitate S.
Mariae contra tres infideles. De drie vijanden, tegen wie hij zich richtte waren Jovinianus, Helvidius en een Jood.
Gewichtig voor de geschiedenis van den doopritus zijn zijne Annotationes de cognitione baptismi. Zijn voornaamste werk is de Catalogus de viris illustribus, inhoudende enkele aanteekeningcn over 14 kerkelijke mannen en schrijvers uit de Spaansche kerk.