Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ian Maclaren

betekenis & definitie

„nom de plume” voor Dr John Watson, 1850—1907. Laatst predikant te Liverpool.

Auteur van een reeks letterkundige geschriften: Harten van goud, Van lang vervlogen dagen, Boven alles de liefde, Zielenadel. Om hun litterarische schoonheid als meesterwerken geroemd.

Harten van goud heeft de meeste vrienden gehad. Boeken, die veel te denken, veel te genieten geven en tintelen van humor.

Door W. van Nes in het Nederlandsch vertaald.Het doel van den schrijver is blijkbaar, het Schotsche geestelijke en kerkelijke leven in het licht te stellen. Hij doet zich daarbij geenszins als Calvinist kennen.

Zijn het leven van Jezus, royaal uitgegeven, met platen versierd, is een salon-boek. Het leven van den Heiland begint hier met een „idylle”. Deze Christus, van wien getuigd wordt, dat Hij „bij iedere gelegenheid zich gedroeg op gepaste wijze”, en van wien ons „verstand” steeds zegt: „goed gehandeld”, is geenszins de Christus der Schrift.

Als het grootste en schoonste van alles geldt voor Dr Watson de liefde. Maar ’t is een liefde naar eigen opvatting geboetseerd: menschelijke vriendelijkheid en toewijding, doch geen goddelijke erbarming uit er zich in. Tot het heilig mysterie der liefde, de liefde Gods in Christus Jezus, nadert hij niet. Van Golgotha’s kruis, de hoogste openbaring der liefde, vernemen wij bij Dr Watson schier niets. Met het voorschrift van Paulus, Efeze 4 : 15, stemt hij niet overeen. Bij zijn aanprijzen van de liefde doet Watson telkens op stuitende wijze aan de waarheid tekort.

Deze dweper met menschelijke liefde is in zijn oordeel vrij hard over wie met hem van gevoelen verschilt. Vooral den Puriteinen draagt hij weinig liefde toe. Hun geschriften worden gebrandmerkt als „stijve en in onbruik geraakte theologie”. Aan de „harde, bloedlooze Puriteinen”, met hun „harnas der leerstelligheid”, besteedt hij gaarne de spranken van zijn humor.

Er komen in zijn geschriften karakters voor, „die niet in een Christelijk gezin behoorden binnengeleid te worden”, en gezichtspunten, die zeer stellig aan de ware religie kwaad doen.

Uit litterarisch oogpunt beschouwd, mogen Ian Maclaren’s meesterwerken voortreffelijk zijn, uit Schriftuurlijk en religieus oogmerk zijn ze bedenkelijk, zelfs gevaarlijk.

< >