Het is bekend dat onder de voormannen der Revolutie vele idealisten waren die Frankrijk, en daarmede de wereld, wilden hervormen naar hUh deïstische, voornamelijk door Rousseau geïnspireerde, idealen.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap! Bij hun pogingen tot verwezenlijking daarvan stuitten ze op openlijk of lijdelijk verzet, niet alleen van de zijde van aristocraten en kerkdijken, maar ook van die van handelaars, speculanten, enz. Het bewind zocht toen zijn heil in de kastijding. De nieuwe uitvinding van dokter Guillotin maakte dat deze in snel tempo kon uitgeoefend worden. Ging de guillotine niet vlug genoeg, dan waren er nog andere middelen — de fusillades van Lyon, de noyades van Nantes zijn er om het te bewijzen —. De eigenlijke Terreur trad in bij den val der Girondijnen (31 Mei 1793). DeSeptembermoorden, de executie van het koningspaar, hoe schrikkelijk ook, vallen er dus buiten.
Tot den val van Robespierre (27 Juli 1794) is ze steeds crescendo gegaan. Het is de tijd, waarin Fouquier-Tinville, de beruchte publieke aanklager, vroolijk uitriep: „de hoofden vallen als pannen van de daken”, waarin de rechtspleging door de beruchte wet van Prairial 1794, heelemaal een paskwil werd: getuigenis, noch verdedigers werden meer noodig geacht, omdat het voldoende was, indien de gezworenen moreel van de schuld der verdachten waren overtuigd. De val van Robespierre maakte aan de Terreur een plotseling einde. De executie van Robespierre en zijn aanhangers waren haar laatste stuiptrekkingen.
Uit analogie heeft men naderhand gesproken van de Terreur blanche (wit was de kleur der Bourbons), het regiem van revanche en reactie dat onder de Restauratie (zie dat artikel) heeft geheerscht. Met Terreur rouge wordt aangeduid het schrikbewind dat, vlak na den grooten oorlog in Rusland, München, Dresden, Weenen, Boedapest, enz. een min of meer kortstondig, maar bloedig bestaan heeft gehad.