De prediking van het Evangelie in Spanje wordt zelfs heden ten dage nog ten zeerste belemmerd door de Regeering. Wel heeft men het opkomen van een Protestantsche volkskerk niet kunnen beletten, maar door allerlei wettelijke bepalingen is de volkomen vrije uitoefening van godsdienst niet wel mogelijk.
In dit opzicht staat Spanje zelfs bij landen als Turkije en Perzië nog ten achter. Reeds in de eerste helft van de 19de eeuw had het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap een Spaansche Bijbeluitgave gegeven, maar de verspreiding moest in het geheim geschieden, daar publieke verkoop verboden was.
Rechtstreeksche Evangelisatie was ónmogelijk. Toen in 1854 een zekere Don Francisco de P.
Ruet het Evangelie begon te prediken in Barcelona, werd hij al spoedig gevangen genomen en verbannen. Hij vestigde zich in Gibraltar, van waaruit een levendige smokkelhandel begon in Bijbels en andere Evangelische geschriften.
Zoo ontstonden hier en daar geheime Protestanten-kringen. Als leiders traden op den voorgrond Manuel Mattamoros en de welsprekende Antonio Carasco.
Aan hun arbeid kwam echter in 1863 een einde door een strenge vervolging. De leiders werden gevangen genomen, tot zware gevangenisstraffen veroordeeld of verbannen.
Na de Revolutie in 1868, waardoor de Regeering ten val werd gebracht, kon Carasco terugkeeren.
Met geestdrift en kracht predikte hij het Evangelie aan duizenden.
Algemeen was de sympathie voor de verdrukte geloofsgenooten geweest de heele wereld door, ook in Nederland. In Engeland, Amerika, Nederland en andere landen bracht men gelden bijeen voor de Evangelisatie.
De actie ging uit van het in November 1868 te Madrid opgerichte „Spaansche Comité tot verbreiding van het Evangelie”. Aan de energieke leiding van Carasco kwam echter in 1873 een onverwacht einde.
Bij zijn terugkeer van een tocht naar Amerika verging het stoomschip. Zijn jongere broeder Manuel Carasco nam toen de leiding op zich.
In 1879 werd echter de oude Regeering hersteld en de reactie trad in. De vrije prediking werd zooveel mogelijk weer belet en zelfs moest men overgaan tot ontbinding van het Spaansche Comité.
De verschillende gemeenten kwamen in groote moeiten. De vrije ontwikkeling van een Spaansche volkskerk werd niet slechts door de Regeering belemmerd, maar ook de hulp door het buitenland geboden stond aan die ontwikkeling in den weg.
Al was die hulp noodzakeüjk, men heeft van het jonge Spaansche Protestantisme een kasplantje gemaakt.
De gemeenten kwamen min of meer in de positie van zendingsposten, die door buitenlandsche vereenigingen worden geleid en beheerscht.
De directeuren van de zendingsgenootschappen of hun superintendenten in Spanje namen de leiding op zich, zooals de Amerikaansche broeders Gulick, Pastor Fliedner, Mr. Moore e. a.
De eenheid van het Spaansch Protestantisme werd van toen af voor goed verbroken. Een deel der gemeenten (14) kwam onder leiding van de Anglikaansche kerk en organiseerde zich als „Spaansch Hervormde kerk”.
Een ander deel (30) organiseerde zich onder leiding van Pastor Fiiedner tot een „Spaansch Evangelische kerk”. De Wesleyaansche Methodisten, Darbisten en Baptisten organiseerden ook eigen gemeenten.
In 1923 kwam een Federatie van Spaansche kerken tot stand, waarbij zich aansloten de Hervormde, de Evangelische en de Wesleyaansche Methodistische kerk. Verder wordt de eenheid bevorderd door het in 1924 opgerichte Internationale Comité voor Evangelisatie in Spanje, waarbij een zeventiental Comité’s en Genootschappen zich hebben aangesloten.
Geen enkele gemeente, geen enkele school, geen enkel blad zelfs kan nog zonder buitenlandsche hulp bestaan. Ook in Nederland heeft men steeds veel belang gesteld in al dezen arbeid.
Reeds in 1868 werd opgericht een Comité „Het Evangelie in Spanje”.
Tegenwoordig worden gesteund de gemeenten te Malaga, Los Rubios, Cartagena en Utrera.
De leiding van dezen arbeid berust bij Don Manuel Carasco. Ongeveer f 14000 moet door het Comité jaarlijksch worden bijgepast om het werk gaande te houden.
Het Comité (secretaris-penningmeester is jhr Dr M. F. van Lennep, Veldlaan 3, Aerdenhout bij Haarlem) geeft tweemaal per jaar een blad uit Het Evangelie in Spanje.