Sir, (1840—1904). Van geboorte een Engelschman vertrok hij jong en ouderloos naar Amerika.
Na veel rondzwerven, begaf hij zich eindelijk in de journalistiek. In Boston werd hij als zoon aangenomen door Henry Mortan en dus Amerikaansch burger.
Als oorlogscorrespondent bezocht hij verschillende landen. Door zijn persoonlijke moed en volharding trok hij al spoedig de aandacht.
Maar algemeene bekendheid verwierf hij door zijn tocht tot opsporing van Livingstone in 1871. Het relaas van zijn ervaringen op dien tocht in de binnenlanden van Afrika, neergelegd in zijn boek Hoe ik Livingstone vond, maakte ontzaglijke opgang, ’t Was zoo ongelooflijk avontuurlijk, dat men zelfs aan de waarheid twijfelde en men sprak van Amerikaansche overdrijving.
Toen maakte hij in 1874—1877 een tocht Oost—West dwars door Afrika. Met zijn boek Dwars door Afrika verwierf hij nu wereldreputatie als ontdekkingsreiziger. ’t Voornaamste resultaat van dezen tocht was de ontdekking van den Congo, als waterweg tot in ’t hart van Afrika.
In Engeland ontving hij echter niet voldoende steun tot openingvan dit Congo-gebied. Als gevolg hiervan werd de Congo-Vrijstaat gesticht onder leiding van koning Leopold II van België.
De jaren 1880—1884 besteedde Stanley tot verdere ontdekking en ontsluiting van dit gebied.
In 1887—1889 deed hij een tweede tocht dwars door Afrika, maar nu West naar Oost.
Op dezen tocht ontdekte hij het Albert Edward Nyanza-tneer. Deze tocht droeg ook zeer veel bij tot betere kennis van den bovenloop van den Nijl.
Met een 700 man uit den Congo vertrokken bereikte hij met 200 man eindelijk Zanzibar. De resultaten schreef hij neer in zijn boek: In het donkerste deel van Afrika (1890).
In 1897 bezocht hij voor de laatste maal Afrika en trok ook door Zuid-Afrika (Door Zuid-Afrika, 1898). Niemand heeft zooveel bijgedragen tot de kennis en ontsluiting van dit donkere werelddeel als Stanley.
De hoogste eeretitels zijn hem dan ook verleend. In 1904 stierf hij te Londen.
Hij was een man met buitengewone gaven in het omgaan met inlanders. Absoluut zonder vrees offerde hij alles op, als ’t moest ook menschenlevens, om zijn doel te bereiken.
Zijn bijnaam was dan ook Bala Matari, d.w.z. rotsbreker, de almachtige. Zijn reisbeschrijvingen zijn geen dor wetenschappelijk verhaal, maar een dramatische levendige beschrijving van bijna ongelooflijke ontmoetingen.
In bijna alle Europeesche talen vertaald, zijn zij door duizenden gelezen.