Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Hendrik Jan Spijker

betekenis & definitie

Geboren 1 November 1802 te Amsterdam, overleden te’s Gravenhage 1870, predikant bij de Nederlandsch Hervormde kerk te Piershil (1827—29), te Waddinxveen (1829—31), te Dordrecht (1831—37) en te Amsterdam (1837—62), was in 1826 te Leiden tot doctor in de godgeleerdheid gepromoveerd, en behoorde in de hoofdstad tot de voornaamste vertegenwoordigers der Groninger richting. In den schoolstrijd polemiseerde hij tegen de Fantasie en Werkelijkheid van Dr N.

Beets. Laatstgenoemde zei eens met het oog op Spijker en Du Cloux, dat de Hervormde kerk tusschen twee spijkers doorging (zie Du Cloux).

Na in Amsterdam 25 jaren het predikambt te hebben bediend, werd hij door de Regeering benoemd tot administrateur voor de zaken der Hervormde kerk. Hij was lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.

In 1871 gaf J. G.

R. Acquoy daar zijn levensbericht.

< >