Een plaats, waar schepen konden geborgen worden. In het Oude Testament wordt van haven gesproken in Gen. 49: 13, Deut. 1 :7, Joz. 9 : 1, Richt. 5 : 17, Jerem. 47 : 7, Ezech. 25 : 16.
Op één plaats n.m. Ps. 107 : 30 komt alleen het Hebreeuwsche woord Machoz voor dat haven beteekent.
Op de andere plaatsen komt het woord Chöph voor, dat meer op het strand der zee ziet. In het Nieuwe Testament worden havens vermeld op Creta (Hand. 27 : 12).
De kust van Palestina had hare ten deele zeer beroemde havens, zooals die van Tyrus, Acco of Ptolemaïs, Cesarea, Askalon, Joppe, Jabne, Dor, doch, daar zij in handen der Filistijnen waren, worden de havens dezer steden niet in het Oude Testament vermeld. Eerst later begonnen zij voor het bruikbaar maken te zorgen (1 Macc. 14:5).