Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Haurân

betekenis & definitie

Als Ezechiël het grondgebied dat door het Israël der toekomst bezet zal worden nader omschrijft, dan noemt hij als Noord-Oostelijke grens het land tusschen Havran en Damascus. Dit Havran wordt door de nieuwste vertalingen weergegeven door Hauran en komt slechts tweemaal voor in den Bijbel (Ez. 47:16, 18).

De Israëlieten schijnen dezen naam niet te hebben gekend, de Assyriërs daarentegen wel. Tiglath-Pileser vereenigde het gebied ten Noorden van het meer Gennesaret en eenige gedeelten van den Hauran tot de Assyrische provincie Sabo (2 Kon. 15 : 29).

Hauran omvat dat gedeelte van het overjordaansche land, dat ten Noorden van den Jarmoek ligt, een zeer vruchtbare vlakte, en vormde de kern van het oude land Bazan, met inbegrip van het ten Oosten daarvan gelegen gebergte, een zeer uitgebreide hoogvlakte, ter hoogte van twaalf honderd meter met enkele toppen, die daar nog aanzienlijk boven uitsteken. Eén daarvan is bijna negentien honderd meter hoog.

Misschien is daarmede wel de Salmon bedoelt in Ps. 68 : 15. De gewone vertaling van Haurân is „land van holen”, omdat het rijk aan holen en spelonken is, welke vroeger werden bewoond.

Wetstein heeft voorgeslagen den naam te vertalen door „zwart land”, omdat de kleur van dit groote lavagebied donker is. Anderen achten deze vertaling onaannemelijk.

Ten tijde van Josefus behoorde Hauran tot dat gedeelte van het heilige land dat den naam droeg van Auranitis en door Augustus met nog twee andere streken, Trachonitis en Batanéa aan Herodes den Groote ten geschenke werd gegeven. Na den dood van Herodes kwam het aan den tetrarch Filippus.

Het tegenwoordige zeer vruchtbare Haurân ligt ten Oosten van Gaulanitis, en omvat ook het zoogenaamde Drusengebergte en de uiterst vruchtbare vlakte en-Nukran.

Het oude Gaulanitis heet thans naar de stad Golan Dscholan, het wordt gevormd ongeveer door het oude gebied van Gesur en Maächa.

Des zomers is deze vlakte dor, in de lente groeit er het weligste gras. Het is een land van uitgewerkte vulkanen en thans nog van beteekenis met zijn hoofdstad el-Kunetra, de zetel van het Turksche bewind; een stad met rechte straten, breede hoofdstraat en directe verbinding met Damascus, en een nijvere bevolking, voor een groot deel Tscherkessen.

< >