Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Hanun

betekenis & definitie

of Hanon (Hebreeuwsch: Chanun) zoon van Nahas, koning der Ammonieten, liet zich als lichtzinnig jongeling door zijn hovelingen verleiden, om het gezantschap van David op een honende wijze te mishandelen. Daar hij wraak vreesde, voorzag hij zich — het eerste voorbeeld in de geschiedenis — voor een hoogen prijs van 33,000 man hulptroepen, 20,000 Syriërs van Zechob en Beth-Roba, 12,000 man van Tob en 1000 man van Maacha (2 Sam. 10 : 6; 1 Kron. 19 : 6).

Nadat deze herhaaldelijk waren geslagen, werd hij zelf overwonnen en zijn prachtige kroon viel met een grooten buit in Davids handen (2 Sam. 12 : 26—31).

< >