De Joden verdeelden ten tijde van Jezus, evenals de Romeinen, den nacht in vier nachtwaken, ieder van drie uren (Marc. 13 : 35). De eerste duurde van 6—9 uur, de tweede van 9—12 uur, de derde van 12—3 uur en de vierde van 3—6 uur.
Dezen worden ook genoemd: avond, middernacht, hanengekraai en morgenstond.