Sanskriet woord; beteekent leermeester, leeraar. Is overgegaan in verschillende talen van den Nederlandsch-Indische Archipel, heeft daar dezelfde beteekenis en wordt gebruikt voor:
a. leeraar van toovermiddelen en tooverspreuken, die langs bovennatuurlijken weg allerlei gewenschte dingen zouden kunnen aanbrengen,
b. leeraar der Moslemsche wet, doch vooral
c. leeraar in den godsdienst.
De zending bezigt dit woord voor haar helpers bij het onderwijs en bij de prediking van het Evangelie. Op Java is Goeroe-scholah: een onderwijzer en Goeroe-indjil: een helper voor den dienst des Woords. En in de Residentie Amboina spreekt men van Goeroe-midras (midras = school): onderwijzer aan de Gouvernementsschool en van Goeroedjamaat (djamaat = gemeente): voorganger bij de Inlandsche Christen-gemeente.