Italiaansch wijsgeer. Hij werd in 1548 te Nola geboren.
Op 16-jarigen leeftijd trad hij in de orde der Dominicanen. Door de bestudeering van Copernicus, Nicolaas Cusanus e.a. kwam hij tot gevoelens, die streden tegen de leer der kerk.
Daarom verliet hij de orde en ving een zwervend leven aan. Achtereenvolgens woonde hij te Venetië, Genève (waar hij met de Calvinisten in strijd geraakte), Toulon, Parijs en Londen, waar hij twee jaar bleef en waar hij zijn belangrijkste werken schreef.
Daarna ging hij naar Duitschland en hield daar aan verschillende universiteiten voordrachten. Hij had achting voor Luther, omdat deze zich tegen den paus had durven stellen.
Eindelijk in zijn vaderland teruggekeerd viel hij door verraad van een edelman Mounigo in handen van de Inquisitie. Zeven jaar zat hij in Rome gevangen.
Men kon hem niet tot herroeping bewegen. Op 17 Februari 1600 werd hij in Rome als ketter verbrand.
Op dezelfde plaats, waar dit geschiedde, werd in 1889 in tegenwoordigheid van vele afgevaardigden een standbeeld opgericht.De natuur is voor Bruno het hoogste. Zij is God zelf. Het heelal is een levende eenheid, van eeuwigheid af bestaande. Alles is in God en uit God. Uit Hem komt alles voort zonder tijdelijke schepping door innerlijke noodwendigheid. De dingen bestaan uit elementen, minima, monaden, dat zijn fysische, niet-uitgebreide met bewustheid begaafde kracht-centra, oneindig in aantal en onderling van elkander verschillend.
De monade van alle monaden is God. Een monade is ook de ziel, die onsterfelijk, maar niet onstoffelijk is. De wereldziel doordringt alles en vat alles harmonisch en doelmatig tot de hoogste schoonheid tezamen. Voor wie dieper doordenkt, en voor wie het wezen der dingen aanschouwt, valt al het gebrekkige weg in de volkomenheid en schoonheid van het groote Al.
Bruno was religieus-pantheïst. Hij brak niet alleen met de kerk, maar ook met het Christendom. Op latere denkers (Spinoza, Leibniz, Schelling) heeft hij grooten invloed uitgeoefend.