Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Gevoelstheologte

betekenis & definitie

Verstaat men onder gevoel een zeker affect, aandoening, gemoedsbeweging, zoo kan van een eigenlijke gevoelstheologie nauwelijks de rede zijn. Wel nam het gevoel als affect een voorname, zoo niet de voornaamste plaats in bij verschillende mystieke richtingen uit alle eeuwen, bij het Piëtisme, bij de Hernhutters en bij het Methodisme in zijn vele schakeeringen, maar die affecten waren in de gewone verstandstaal moeilijk uit te drukken en leenden zich niet voor systematiseering.

Daarom kon op den bodem van deze richtingen een theologie in den strikten zin van het woord niet tieren.Eenigszins anders staat het, wanneer men gevoel opvat als een vermogen om buiten het verstand om, ja, vaak tegen het verstand in tot bewustzijn van God en het Goddelijke te komen. Naar dien kant wijzen reeds enkele uitspraken van Pascal. Maar relief verkreeg deze theorie echter in de filosofie van Jacobi, welke dikwijls als gevoelsfilosofie wordt betiteld. Hij valt Kant bij, wanneer deze aan de theoretische rede het vermogen ontzegt om tot het bovenzinlijke, tot God op te klimmen. Maar hij bekampt hem, wanneer deze God, vrijheid en onsterfelijkheid postulaten van de practische rede noemt. God is voor de rede, in welken vorm zij zich openbaart, ontoegankelijk.

Dat God bestaat worden wij ons alleen bewust door het onmiddellijk gevoel, dat zijn analogie vindt in het aesthetisch gevoel van den kunstenaar en waaruit wij evenzeer zeker zijn van onze vrijheid en onze onsterflijkheid. Dit gevoel wordt door Jacobi ook geloof en openbaring geheeten. Deze openbaring is echter zuiver innerlijk en laat zich door geen uiterlijke openbaring legitimeeren.

Fries bewoog zich nog verder op deze lijn. Ook hij moest van de postulaten-leer van Kant niets hebben. Hij onderscheidde tusschen weten, gelooven en gevoelen (das Ahnden). In zekerheidsgraad verschillen deze niet. Het weten heeft betrekking op de wereld van het eindige, op de verschijnselen, het geloof op de wereld van het eeuwige zijn, de ideeën. Het gevoel (die Ahndung) geeft ons bewustheid van de eenheid dier twee werelden.

Religie is daarom het gevoel van het eeuwige in het eindige. Zij doet het eeuwige kennen als het verhevene. Nooit echter kan het gevoel tot positieve, verstandelijke kennis van het eeuwige leiden, omdat dit zich nimmer in eindige begrippen laat uitdrukken.

De Wette heeft gepoogd de gevoelsfilosofie van Jacobi en Fries te verwerken tot een gevoelstheologie. Het ontbrak hem echter aan de noodige denkkracht. Hij zocht geheel tegen de bedoeling van Jacobi en Fries in de orthodoxe leer tot inhoud te maken van het gevoel. Veel dichter, althans bij Fries, staat Rudolf Otto, bekend door zijn epochemachend boek Das Heilige.

Schleiermacher is de gevoelstheoloog bij uitnemendheid. Hij wil de religie eenerzijds veilig stellen tegen de orthodoxie om het intellectueel karakter van haar dogmata en tegen het rationalisme van de Verlichting (Aufklärung), anderzijds tegen het moraliseeren der religie door Kant. Het denken evenals het willen zijn die functies, waardoor het subject zich richt op het object. Maar God is de identiteit (vereenzelviging) van subject en object. Hij kan daarom noch door denken noch door willen benaderd worden. Er moet een derde functie zijn.

Deze vindt Schleiermacher in het gevoel, dat hij ook wel „onmiddellijk bewustzijn” noemt en nader definieert als „absoluut afhankelijkheidsgevoel”, (schlechthinnige Abhängigkeitsgefühl) in tegenstelling met het relatieve afhankelijkheidsgevoel, dat betrekking heeft op de wereld en dat altijd een relatief vrijheidsgevoel in zich sluit. Konsekwent genomen zou dit absolute afhankelijkheidsgevoel geen intellectueelen inhoud mogen hebben en zou Schieiermacher in agnosticisme moeten eindigen. Zijn theologie bevat dan ook vele agnostische elementen (persoonlijkheid Gods, eigenschappen Gods enz.). Maar welk een scherpzinnig denker hij ook was, hij moest inconsekwent worden, wilde hij een theologie opbouwen. Hij maakt den sprong van het functioneele afhankelijkheidsgevoel tot de vrome gemoedstoestanden en ontleent aan de laatste de stof voor een theologie, ja, brengt het zelfs tot waardeering van de positieve religies. Al deze religies worden in het Christendom gecentraliseerd.

Welk een machtigen invloed Schleiermacher ook op de theologie heeft geoefend, met den eigenlijken grondslag van zijn theologie wist men geen weg. Zelf liet hij geen systeem achter. En die hem het meest verwant waren, A. S. Twesten en K. E.

Nitzsch, zagen hun proeven mislukken. Zoowel de Vermittelungsals de ervaringstheologie, hoeveel zij ook aan Schleiermacher hebben te danken, sloegen toch andere banen in.

Als pendant van Schleiermacheriaansche theologie, welke uitgaat van het gemeenschapsgevoel (immers God en Universum, de wereld als eenheid, zijn voor haar identiek) zou kunnen worden aangewezen de afstands(Distanz) theologie, welke uitgaat van het distantiegevoel. De laatste is echter nog bezig zich te ontwikkelen.

Alle gevoelstheologie staat principieel tegen de openbaringstheologie over. Zij heeft geen plaats voor de objectieve religie. Zij eindigt haar bestaan in het graf van het subjectivisme.

< >