Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Gereformeerde Studenten-Beweging

betekenis & definitie

(G. S.

B.) is de samenwerking van de drie Gereformeerde Studentencorpora F. Q.

I. (Kampen), N. D.

D. D. (Vrije Universiteit) en S.

S. R. (Rijksen Gemeentelijke Universiteiten).

De Beweging werd opgericht in den zomer van 1918, onder den indruk van algemeene geestelijke malaise tengevolge van den wereldoorlog. Tot de oprichters en de latere leidende personen behooren o.a.

E.

D.

Kraan, A. Ringnalda, G.

B. Wurth, W.

M. Ie Cointre, R.

J. van der Weerd, J. J.

Miedema, G. J.

Sizoo, L.

Onvlee, Joh.

Scheurer, C. Bijlenga en vele anderen.

Bij de oprichting verleenden Dr H. Bavinck, Dr H.

Visscher en Ds J. C.

Brussaard, als commissie van adviseurs, hun medewerking.Men sprak van „Beweging”, omdat men oorspronkelijk niet bedoelde een permanenten Bond in het leven te roepen. Men wilde spontaan uiting geven aan de religieuze opwaking, die zich openbaarde onder de Gereformeerde studenten. Het eerste congres, dat georganiseerd werd, slaagde zeer goed. Daar evenwel het groote belang, dat tot de samenwerking had geleid, tegenwoordig als volgt geformuleerd: onder de Gereformeerde studenten zulk een leven te bevorderen, dat ieder in denken en doen zich steeds meer bewust richt naar de Gereformeerde levensen wereldbeschouwing, bleef roepen om behartiging, werd de Beweging gecontinueerd. Doch reeds het tweede congres in 1919 kenmerkte zich door minder bezieling. In den loop derjaren zijn de spanning en het enthousiasme uit de oprichtingsdagen voor een groot gedeelte verdwenen.

Het is niet mogelijk gebleken de oorspronkelijke spontaneïteit kunstmatig in het leven te houden. Voor dezen achteruitgang zijn verschillende redenen aan te geven. De aanleidende oorzaak, de algemeene politieke en maatschappelijke omstandigheden, wijzigde zich ten goede. Voorts bleek het niet gemakkelijk tot een goeden vorm van organisatie te komen, daar men in de corpora niet eenstemmig was in de waardeering van de G. S. B.

Men zocht een tusschenweg tusschen corporeel en individueel lidmaatschap, waarin men nooit naar wensch is geslaagd. Vooral echter werd de bloei van de Beweging tegengehouden door de steeds duidelijker wordende splitsing in twee groepen n.l. van hen, die beginnen wilden de Gereformeerde levens- en wereldbeschouwing te aanvaarden en van hen, die het tot hun taak rekenden zich eerst critisch te bezinnen op de overgeleverde beginselen. Reeds bij de oprichting waren deze groepen te onderscheiden, doch eerst langzamerhand kwam het verschil scherper aan het licht. Het kerkelijk conflict, dat op de synode van Assen behandeld werd, verdiepte de verwijdering der beide groepen.

Toch is het werk van de G. S. B. ook nu nog belangrijk. Het omvat ongeveer 800 studenten van verschillende kerkformaties. Onder leiding van een Algemeen Bestuur, samengesteld uit afgevaardigden van de samenwerkende corpora worden een jaarlijksch congres (gewoonlijk op het Conferentie-oord van den Zendings-Studie-Raad te Lunteren in de tweede week van September) en een sociale conferentie georganiseerd. Dit jaar (1928) zal men trachten ook een filosofische conferentie te vormen.

Voorts wordt uitgegeven een Groot-Gereformeerd Studentenblad Fraternitas, waarop ook niet-studenten geabonneerd kunnen zijn. Enkele jaren geleden kwam men er toe een speciale commissie in te stellen voor het jeugdwerk, die op het eigen kampeerterrein Joolhul bij Kootwijk jongens- en meisjeskampen organiseert voor leerlingen van middelbare scholen. Tegenwoordig is men van meening, dat dit werk meer op den weg van andere organisaties b.v. oudervereenigingen, leeraren-organisaties en speciale jeugdbonden ligt, dan van de G. S. B. Een bijzondere commissie heeft tot taak contact te zoeken of te onderhouden met de Calvinistische studenten in het buitenland.

Voorloopig staat men in verbinding met de Princeton-University, Hope-College en Calvin-College in Amerika, het Potchefstroomsche UniversiteitsCollege in Zuid-Afrika, de Gereformeerde studenten in Edinburg en den Hongaarschen Bond „Soli Deo Gloria”. Met enkele kleinere groepen in Duitschland, Zwitserland en Nederlandsch OostIndië tracht men nog verbinding te krijgen. Het ideaal is te komen tot een internationale organisatie van Calvinistische studenten. Voorloopig moet men volstaan met de uitwisseling van oriënteerende artikelen over het Gereformeerde studentenleven in de verschillende landen. De benoodigde geldmiddelen voor de G. S.

B. worden gevonden in bijdragen van de corpora en giften en contributiën van particulieren. Met het oog daarop werd een finantiëele propagandacommissie ingesteld.

De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de samenwerking, hoewel zij thans evenveel zin heeft als in 1918, beëindigd zal worden, wanneer de oneenigheid tusschen de verschillende groepen tenslotte tot scheuring leidt. Daar de beweging interkerkelijk is, is het niet gemakkelijk een allen bevredigende oplossing te geven inzake het gelijke rechten hebben van de verschillende groepen, speciaal van de z.g. Anti-Assen-groep. Verwacht mag worden, dat men er naar streven zal om het werk van de Beweging, waarvoor de steun van alle groepen noodzakelijk is, door een practische regeling te bestendigen.

Bij het ter perse gaan van dit artikel verscheen het volgende (verkorte) officiëele communiqué : Op de bestuursvergadering van de G. S. B. van 6 Februari ’29 bleek dat het Studentencorps aan de Vrije Universiteit zich aan de G. S. B. heeft onttrokken. De G.

S. B. was hiermee in beginsel gebroken. Een comité van studenten van de Vrije Universiteit, van Kampen en uit de S. S. R. richtte evenwel nu weer een G. S.

B. op. Als naam werd voorgesteld : Gereformeerde Studenten-Beweging. Als grondslag: de Heilige Schrift, zooals die door de Gereformeerde vaderen met name in de drie formulieren van eenigheid, in overeenstemming met hun Calvinistische levens- en wereldbeschouwing, verstaan is. Ze aanvaardt derhalve voor al haar doen en laten onvoorwaardelijk het gezag der Heilige Schrift naar de opvatting van die belijdenisschriften. Als doel: zulk een leven onder haar leden te bevorderen, dat zij zich steeds meer bewust richten naar die levens- en wereldbeschouwing.

De organisatie werd gebaseerd op het persoonlijk lidmaatschap van allen die met grondslag en doel instemmen, ongeacht tot welk kerkelijk instituut zij behooren.

Besloten werd voorts: in alle opzichten het werk van de oude G. S. B. voort te zetten (congressen, uitgave van een orgaan, jeugdwerk, internationaal werk enz.).

In verband hiermee zou een onderzoek worden gedaan naar de vraag in hoeverre dat werk van de oude G. S. B. zou kunnen worden overgenomen, in overleg met de drie tot nu toe samenwerkende studenten-corpora F. Q. I. (Kampen), N. D.

D. D. (Amsterdam) en S. S. R.

Hoe de ontwikkeling dezer dingen zal zijn, zal in de toekomst moeten blijken.

< >