Kerkengroep in Noord Amerika (vergelijk Dl. I, bl. 101), van 1628 dateerend en vroeger bekend als Gereformeerde Protestantsche Nederduitsche kerk, gewoonlijk „Dutch Reformed Church” genaamd, in onderscheiding van de „German Reformed Church”, zie Gereformeerde kerk in de Vereenigde Staten.
Reeds een paar jaren vóór Peter Minuit Manhattan Eiland, thans „Greater New York”, namens de West-Indische Compagnie, had gekocht voor 60 gulden (1626) was de „Kranckenbesoeker” S. J. Krol daar werkzaam onder de kolonisten, Walen zoowel als Nederlanders. De eerste predikant was Ds. Jonas Michaelius die, April 1628, het eerst het avondmaal bediende en de ambten instelde te Nieuw Amsterdam. Er waren daar destijds omtrent 50 communicanten. Eerlang kwamen er andere kerken tot openbaring aan de boorden van de Hudson en andere rivieren in wat thans de staten New York en New Jersey heeten, en op het „Lange Eyland”.
In het jaar 1747 organiseerden enkele predikanten en ouderlingen een Coetus, onder de Classis Amsterdam.
In 1754 brak een hevige strijd uit tusschen een vooruitstrevende partij, die meer vrijheid begeerde voor het kerkelijk leven in Amerika, en den naam Coetus behield, en een tamelijk conservatieve partij, die zich Conferentie noemde en er op stond zoo nauw mogelijk verbonden te blijven aan de kerk in Nederland. Onder Dr. J. H. Livingstone, s. v. later als „Vader der Gereformeerde kerk” bekend, kwam er in 1771 een hereeniging tot stand. Er bleef nog eenige connectie met Nederland, tot 1792, toen de Amerikaansche kerk zelfstandig optrad.
Lang hield men vast aan de Nederlandsche taal in het kerkelijk leven, tot op omtrent 1800, hoewel deze vasthoudendheid vele leden der leidende families voerde tot aansluiting aan andere, Engelsch sprekende, kerken, met name de Episcopaalsche kerk. In 1867 liet men het woord „Dutch” uit den titel vallen en de officiëele naam is sinds dien „Reformed Church in America”. In 1822 scheidden enkele kerken in New York en New Jersey zich af als protest tegen losheid in leer en practijk, naar zij beweerden. Zij traden op als „True Protestant Dutch Church” — een organisatie die zich in 1890 aansloot aan de Christelijke Gereformeerde kerk in Noord Amerika — s. v.
De Gereformeerde Nederlandsche en Bentheimer emigranten, meestal uit de Nederlandsche Christelijke Afgescheiden kerk (Dl. I, bl. 59), die zich onder leiding van Ds. A. C. van Raalte, s. v. hadden gevestigd in Westelijk Michigan, de kolonie Holland et al. vormend, (1847 en vervolgens), besloten in 1849 om zich aan te sluiten bij de „Dutch Reformed Church”. De afgevaardigde dier kerk, Dr. I.
N. Wyckoff, die hen in de wouden van Michigan opzocht, stelde voor dat de Hollandsche broeders de meest mogelijke vrijheid hadden om, wanneer zij te eeniger tijd een kerkelijke verbintenis bevonden te strijden met hun godsdienstigen bloei of genot, zij een broederlijk vaarwel konden wenschen en weder op zichzelve gaan. De unie werd op formeele wijze gesloten in 1850. Dit leidde in den loop des tijds tot sterke uitbreiding der kerk in het Westen der Vereenigde Staten. Niet alleen Hollandsche maar ook een aantal Duitsche Gereformeerde (meestal Oostfriesche) kerken, werden tot openbaring gebracht, vooral in de staten Michigan, Illinois en lowa, en voorts tot aan de boorden des Stillen Oceaans, benevens enkele worstelende groepjes in Canada.
De statistiek voor 1925 rapporteert: 730 kerken ; 808 predikanten; 145,373 lidmaten. De veertig Classes der kerk zijn gegroepeerd onder 5 Particuliere Synoden, die, evenals de Generale Synode, jaarlijks vergaderen. De seminaries dezer kerk zijn gevestigd te New Brunswick, New Jersey (waar ook Rutgers College, onder eigen beheer, gezeteld is) en Western Seminary te Holland, Michigan, welke plaats ook de zetel is van Hope College. Te Pella, in den staat lowa, in het hartje van H. P. Scholte’s nederzetting, is Central College.
Weekbladen : Christian Intelligencer and Mission Field, te New York City uitgegeven, en Hope en Leader, Holland, Michigan. De Duitsche groep heeft als haar orgaan Der Mitarbeiter, Applington, lowa.
De Reformed Church is conservatief van karakter, vergeleken met de grootere Amerikaansche Protestantsche kerkengroepen. Terwijl de Hollandsche gemeenten nog gebruik maken van de Nederlandsche Psalmen, bezigen de Engelsche kerken „hymns”, terwijl de Duitsche gemeenten een verzameling van kerkliederen bezitten ten deele uit Psalmen en ten deele uit evangelische gezangen bestaande. De Reformed Church is niet slechts actief op het gebied der Inwendige Zending, onder lieden van Europeeschen oorsprong, vooral Nederlanders en Duitschers, doch ook onder de „Mountaineers” van Kentucky en onder Indianen in Nebraska, Oklahoma en Nieuw Mexico, en sedert 1925 in Mexico. Ook arbeidt deze kerk op zeer loffelijke en ijverige wijze in het buitenland, n.l. in Britsch Indie, Japan en China (vgl. art. Abeel) en in Arabië. Met de Gereformeerde kerk in de Vereenigde Staten is in 1924 zendingsactie begonnen in Mesopotamië.
De belijdenis der kerk bestaat uit Confessio Belgica, Heidelbergschen Catechismus en Canones van Dordrecht, de laatste gewoonlijk zonder de Verwerping der Dwalingen afgedrukt. Het al of niet toelaten van leden van geheime met eede verbonden genootschappen is overgelaten aan het goeddunken der kerkeraden.
De Reformed Church in Amerika is aangesloten bij de Federal Council, s. v. en de Alliantie van Gereformeerde kerken, gewoonlijk PanPresbyterian Alliance genoemd. Zij staat in correspondentie met de Gereformeerde kerken in Nederland. De Christelijke Gereformeerde kerk, s. v. en de Gereformeerde kerk in Amerika, zenden wederzijdsch „fraternal delegates” naar elkanders breedste vergaderingen, hoewel deze correspondentie niet zooveel insluit als die, welke die twee kerken in Amerika onderhouden met de Gereformeerde kerken in Nederland.