Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Geloofsgenezing

betekenis & definitie

Een religieus verschijnsel, dat aan het wondergeloof herinnert en nadruk legt op de kracht van het gebed. Bij onderscheidene richtingen treft men de „geloofsgenezing” aan.

De Christian-Scientist-beweging leert haar. Genezing is de bevrijding van een waan; de stof is schijn, dus is krankheid verbeelding.

Meditatie en gebed vormen den weg tot herstelling. Ook op orthodox terrein vinden we het verschijnsel.

Reeds in de middeleeuwen, bij Franciscus van Assisi, die op zijn aanraking kranken genas. Later bij de Wederdoopers, bij het Methodisme met zijn krachtige vertakking: het Adventisme, bij de Irvingianen, van welke de Apostolischen afstammen; bij de Pinkstergemeente ; ook Ds.

Hazenberg (later Van Leeuwen) stond haar voor.Bij degenen die de geloofsgenezing propageeren, worden in de meeste gevallen de krankheden niet beschouwd als vrucht van Gods vaderlijk bestuur, maar als werking van den duivel, zij het onder de toelating Gods. (Job; lamme vrouw, Luc. 13 : 16). Naaste oorzaak is de zonde. Genezing kan alleen verkregen worden door directe tusschenkomst van God. Geneesmiddelen zijn er niet. Derhalve zijn alle ziekenhuizen, apotheken, te veroordeelen. Sommigen hebben de doktoren handlangers van den duivel genoemd.

Bij de beoordeeling van dit verschijnsel is het niet de vraag of God nog wonderbaar in de natuurorde ingrijpen kan, maar wel of de gewone weg waarin thans de kranken genezing hebben te zoeken nog dezelfde is als waarin Mirjam, Naaman enz. genezen zijn, en de Heere Jezus de kranken genas.

De Heilige Schrift gaat er zeker van uit dat de dood een gevolg is van de zonde, dus ook de ziekte. Maar het verband tusschen zonde en ellende kan persoonlijk niet worden vastgesteld. De meest geraffineerde zondaren ontloopen soms de gevolgen van hun kwaad. We zien bloeiende levens bij de dienaars der wereld, daarentegen aan de zijde der godvreezenden veel lijden en kruis (Job; Asaf, Psalm 73). De Schrift keurt het af dat de vrienden van Job naar de oorzaak van zijn lijden peilden, daar zijn g-e/oo/beproefd werd. Vergelijk ook Johannes 9:3: „noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.” Er zijn wel bizondere ziekten op bizondere zonden, maar dit is geen regel.

Voor de gedachte van directe inwerking van den Satan geeft de Schrift geen grond. De vermelding van de vrouw die de Satan 18 jaren gebonden had, is juist bewijs dat in andere gevallen de Satan niet die invloed heeft. Slechts onder de toelating Gods zijn ziekte en dood vijanden Gods, sloopers van het lichaam; het zijn natuurkrachten werkende in omgekeerde orde tengevolge van de zonde. Doch de macht der zonde is gebroken door Christus. Ziekte is van karakter veranderd. Zij kan ook een zegen zijn, en een middel tot rijping van het geestelijk leven.

Nergens in de Heilige Schrift verbiedt God het medicijn. Overal vinden we het middel door God verordend. Op heelkunst wordt reeds gedoeld in Exodus 21:17: „volkomen laten heelen”; „balsem van Gilead” wijst op medicinaal gebruik. Jezus zeide: „die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet noodig, maar die ziek zijn.” Daarom is niet alleen het gebed noodig, maar ook het middel ter genezing.

< >