Met „al het gedichtsel der gedachten des harten” van den mensch, waarvan de Heere zag dat het „ten allen dage alleenlijk boos was”, Gen. 6:5, wordt bedoeld: het geheele maaksel van de overleggingen des harten, d.i. al wat de mensch uitdacht en ten gevolge daarvan ten uitvoer bracht.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk