zijn gevolgen van storingen in het organisme van den mensch. Er zijn storingen in het menschelijk lichaam (lichaamsgebreken) bijv. blindheid, lamheid, te korte of bovenmate lange ledematen, gemis van neus of oor, een gebrek aan hand of voet, een bult, huiduitslag enz.
Deze sloten, evenals bij andere volkeren in den ouden tijd, van den priesterdienst uit, om dezelfde redenen, waarom ook alleen dieren zonder gebreken mochten geofferd worden. Het offer zoowel als hij die offert moesten, als voorbeeld desgenen, die beide in één persoon is, onberispelijk zijn (Hebr. 7 : 26).Er zijn ook karaktergebreken. Tegen deze moet een Christen strijden. Wij moeten de gebreken der zwakken dragen en wij moeten ook geduld hebben met de gebreken van allen, die God over ons stelde (ouders, overheden).