Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Franz Peter Schubert

betekenis & definitie

Een groot toondichter, is geboren den 31sten Januari 1797 te Lichtenthal bij Weenen, en in laatstgenoemde stad overleden den 19den November 1828. Zijn buitengewone aanleg voor muziek openbaarde zich reeds toen hij nog zeer jong was en werd het eerst door zijn vader, die schoolmeester was, ontwikkeld.

Toen hij als leerling opgenomen was op een muziekschool, hadden zijn leermeesters niet veel anders te doen dan voor hem te verklaren en op te helderen wat hij halfbewust in zich voelde. Zijn eerste composities wekten dan ook hun bewondering op.In 1813 hielp hij gedurende drie jaren als schoolmeester zijn vader bij het onderwijs, waarbij hij nog tijd overhield voor het schrijven van opera’s, missen en andere kerkelijke werken, alsook een groot aantal liederen, o.a. zijn bekend lied Erlkönig. In 1817 stelde een vriend hem in staat zich uitsluitend aan de muziek te wijden. Het gelukte hem echter niet een loonend bestaan te vinden ; verschillende pogingen om een vaste betrekking te krijgen leden schipbreuk, zoodat hij aangewezen was op de opbrengst van zijn composities.

Schubert is de eigenlijke schepper van het moderne lied, daarin lag het zwaartepunt van zijn kunnen; onder zijn overige werken nemen zijn klaviersonaten een eerste plaats in. De menigte van de werken, die hij geschreven heeft, is met het oog op zijn korte leven, haast onbegrijpelijk. Voor het tooneel vervaardigde hij opera’s, voor de kerk koorwerken en missen; verder hymnen, cantaten en symphonieën.

Zijn tijdgenooten hebben hem niet gewaardeerd, eerst na zijn dood heeft men zijn genie erkend.

< >