(1635—1681), de oude bijgenaamd, in onderscheiding van zijn kleinzoon Frans, die niet alleen als schilder, ook als geschied- en oudheidkundige gunstig bekend is.
„De prins der leerlingen” van Gerard Dou. Goed vriend van Jan Steen. Van Mieris bekleedde een van de hoogste plaatsen in de oud-Nederlandsche, met name de Leidsche schilderschool. Zijn werk munt uit door een ongewone kleurenpracht, die het resultaat is van een bijzonder koloristisch talent. Zijn onderwerpen behooren schier uitsluitend tot het z.g.n. genre, uitbeeldend het huiselijk leven der hoogere standen. In de weergave van stoffen: fluweel, satijn en bont is hij onovertrefbaar.
Zijn beste studies werden reeds bij zijn leven zeer gezocht en goed betaald, wat destijds maar zelden het geval was. Hij deelde in de gunst van vele aanzienlijken. Zijn voortreffelijkst oeuvre vond meestal een plaats in Rijks- of vorstelijke verzamelingen. Te Amsterdam is van hem een in satijn gekleede dame, een brief schrijvende, en in Den Haag het beroemde paneel: een bellen blazende knaap. [ 40.