Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Filiaalkerken

betekenis & definitie

Dat waren kerken, die niet bediend werden door een geestelijke, die ter plaatse, waar de kerk stond, zijn dienstwerk verrichtte, maar door geestelijken, die elders (bij de moederkerk) woonden. Van daar uit bedienden deze zulke filiaalkerken 5f in eigen persoon, óf door een hulpgeestelijke.

Wanneer een kerk geen eigen geestelijke had, werd zij dus beschouwd als een filiaalkerk. De gemeente heette dan een filiaalgemeente, de school een filiaalschool.

< >