(Luc. 2 : 14). Naar de Statenvertaling bevat de Engelenzang drie geledingen: Eere zij God in de hoogste hemelen; — en vrede op aarde; — in de menschen een welbehagen.
Blijkens de oude handschriften staat echter „welbehagen” niet in den eersten, maar in den tweeden naamval, en moet dus gelezen worden: „des welbehagens”. Diensvolgens zou het lied slechts uit twee geledingen bestaan, waarvoor ook pleit, dat het woordje en er slechts éénmaal in voorkomt.
De juiste lezing wordt dan: Eere zij God in de hoogste hemelen: — en vrede op aarde in menschen des welbehagens.