Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Eleasar

betekenis & definitie

(dien God helpt), een naam, die vooral in den priesterstam zeer geliefd was.

I. Eleasar, de derde zoon van Aaron en Eliseba (Ex. 6 : 23), die met zijn drie broeders tegelijk met zijn vader tot priester gewijd werd (Lev. 10:6,12; 16:4), hoofd van alle Levieten (Num.3: 32), in het bijzonder gesteld over de dingen, die voor den godsdienst in het heiligdom te doen waren.

II. Eleasar, de man, die te Kirjath-Jearim tot een bewaker van de arke des verbonds gesteld was. Hij was de zoon van Abinadab (1 Sam. 7:1). III. Eleasar, een van de drie beroemde helden uit Davids tijd, een zoon van Dodo, die in een krijg tegen de Filistijnen bij de pas Dammim door zijn heldenmoed een belangrijke overwinning behaalde (2 Sam. 23 : 9). IV. Eleasar, een Leviet uit de linie Merari (1 Kron. 24 : 21).

V. Eleasar, een priester ten tijde van Ezra en Nehemia, zoon van Pinehas (Ezra 8 : 33). Misschien is de in Neh. 12:42 genoemde priester Eleasar dezelfde.

VI. Eleasar (Ezra 10 : 25), van wien wij overigens niets weten. VIl. Eleasar, broeder van Judas, den Maccabeër, met den bijnaam Auaran (de beteekenis van dien bijnaam is moeilijk vast te stellen) (1 Macc. 2 : 5). Van hem is de heldenmoed bekend, dat hij den olifant doodde, waarop Antiochus V Eupator gezeten was in den slag bij Bethzachara. Hij zelf kwam daarbij om.

VIII.Eleasar, een aanzienlijke Schriftgeleerde, die in de dagen der vervolging onder Antiochus Epifanes als 90-jarige grijsaard standvastig bleef ondanks de verschrikkelijkste kwellingen en die blijmoedigden marteldood stierf (2 Macc. 6:18).

IX.Eleasar, de overgrootvader van Jozef, den pleegvader van Christus (Matth. 1 : 15).

< >